Home Kijk & Lees Grieta en Karel Gootjes vingen pleegkinderen op

Grieta en Karel Gootjes vingen pleegkinderen op

Karel en Grieta Gootjes hebben door de jaren heen 240 pleegkinderen opgevangen die met allerlei problemen kampten. Bij Hour of Power vertellen ze op Tweede Kerstdag over hun bijzondere werk en wat ze allemaal meegemaakt hebben tijdens die jaren.

Rechtstreeks naar interview

‘Als je geen liefde hebt ontvangen in je kinderjaren, is het heel moeilijk om je kinderen wél liefde te geven. Daar gaat het vaak fout.’ Grieta vertelt waar het allemaal mis gaat bij veel jongeren, de bekende verschijnselen zijn drugs en drankverslavingen, maar veelal komen die voort uit een gebrek aan liefde. ‘Er zijn massa’s verschillende redenen. Maar weet je, God heeft de wereld zo mooi gemaakt. We mogen elke avond weer danken voor de dag die we hebben gehad en vergeving vragen voor wat er die dag fout is gegaan. Dan gaan we slapen en beginnen we de dag erop weer met een schone lei. Is dat niet geweldig? Zo gaat het met pleegkinderen ook.’ Hun huis hebben ze ‘De Stal’ genoemd, en niet zonder reden. ‘Vaak kwamen er met Kerstmis nog een aantal extra verzoeken voor opnames van pleegkinderen. Soms hadden we dan wel drie of vier kinderen extra. Daarom vonden we deze naam wel toepasselijk, omdat er dan tijdens Kerstmis in ‘de herberg’, andere opvanghuizen geen plaats was voor deze kinderen.’

Fantasiewereld

Na heel lang wachten wordt Grieta zwanger en krijgen ze samen een kindje naast de pleegkinderen die ze al hebben. Maar dit biologische kindje brengt de nodige spanning met zich mee bij hun pleegzoon Erwin. ‘Erwin zijn vader is ook zijn opa. Zijn moeder is dus seksueel misbruikt door haar vader en zwanger geraakt. Hij was zelf ook zeer zwaar mishandeld en heeft een tijd in een kindertehuis gezeten. Toen hij dertien, veertien jaar oud werd, was het erg moeilijk met hem. De politie stond vaak voor de deur. Hij loog en bedroog alles aan elkaar vast. Hij leefde in een eigen fantasiewereld die ver van de realiteit af stond.’

Houden van

Heeft Grieta nu spijt dat ze Erwin in huis hebben opgenomen? ‘Ik leg het altijd uit aan de hand van een nestje puppy’s. Die vertederen. Je houdt niet van ze maar het vertedert. Totdat je zo’n beestje in huis neemt. Dan ga je ervoor zorgen en ga je er van houden. Zo is dat ook met een pleegkind. In het begin heb je gewoon vreselijk veel medelijden met zo’n manneke en wat hij allemaal heeft meegemaakt. Na verloop van tijd ga je van hem houden.’ Op een gegeven moment probeert Erwin hun eigen kind uit de weg te ruimen. ‘Dat kon ik net op tijd voorkomen. Dat kon echt niet, toen moest hij weg. Maar ik heb van al mijn pleegkinderen geen liever pleegkind gehad dan Erwin. Heel vaak kwam hij mij ‘s ochtends vroeg een beschuitje op bed brengen en een kopje thee. Hij was heel zorgzaam. Hij dekte vaak de tafel en dat was een stukje onbeschadigde Erwin, dat deel was er ook. Alleen op mensen waar je van houdt kun je boos worden en ze vergeven’, vertelt Grieta.

Vrij om te gaan

Karel heeft het al die jaren fantastisch gevonden om pleegkinderen te mogen helpen. ‘Dan komt er een jongen van veertien jaar binnen en die wil van alles, die wil weglopen bijvoorbeeld. Wat moet je dan doen? De voordeur pakken en open zetten. ‘Ga maar joh.’ Hij kijkt je dan aan en zegt: “Ja maar jij moet toch zeggen dat ik hier moet blijven?” “Nee, het is vrije wil.” Maar ze hebben het liefste dat je op je knieën gaat en hen smeekt om te blijven. Maar wie is er dan de baas? Uiteindelijk blijven ze dan.’

Niet liegen

Zo vullen Karel en Grieta elkaar aan. Grieta: ‘We hadden altijd maar twee regels in huis. Je mag niet liegen en je zit aan tafel als ik eet. Liegen is niet meer dan dingen zeggen waarmee jij jezelf bevoordeelt. Dat is liegen. Dus je mag mij vertellen dat je moeder de koningin van Engeland is en je vader de keizer van China, dat geloof ik. Het enige wat je mij daarmee vertelt is dat je niet gelukkig bent met je eigen achtergrond. Dat is niet liegen maar fantaseren. De tweede regel was dat iedereen aan tafel zat als wij aten. Niemand hoefde te eten, maar iedereen zit aan tafel. Dan beginnen ze vanzelf een keer te eten. We hebben kinderen gehad die twee, drie dagen geen hap door hun keel kregen. Die weigerden om te eten. Maar ze kregen er geen aandacht mee. Het enige waar ze de baas in kunnen zijn, is in niet eten. Je kan het voor hen neerzetten maar niet in hun mond stoppen. Je moet daar dus nooit een strijd van maken. Sommigen aten juist ontzettend veel in het begin, omdat ze niet wisten hoe lang ze nog zoveel eten zouden krijgen. Maar dat stopte ook vanzelf.’

Contact

Karel: ‘Sommige gingen dan wel aan tafel zitten maar besloten dan met hun rug naar ons toe te gaan zitten. Maar als je dan met vijf of zes kinderen aan tafel zit en de rest zit wel gewoon naar je toe gedraaid, dan duurt dat niet lang. Omdat je met hen wel contact hebt. Maar ze hopen natuurlijk dat je kwaad wordt. Maar je moet het geen aandacht geven.’ Grieta knikt instemmend en zegt tot slot: ‘Je moet zelf het goede voorbeeld geven. We baden altijd voor het eten en na afloop lazen we uit de kinderbijbel. Dat is ook weer duidelijkheid. We hebben geprobeerd Gods koninkrijk te weerspiegelen door er gewoon voor hen te zijn. Door te laten zien: Je bent een geliefd kind van God, je mag er zijn in deze wereld. Sommige dingen die je doet, keur ik af. Maar jij bent een liefdevol mens.’

 

 

Wil jij een optimale website? Dan hebben we wat cookies van je nodig. Pas mijn voorkeuren aan