Home Kijk & Lees Mirjam Kollenstaart werd geadopteerd

Mirjam Kollenstaart werd geadopteerd

Ze was heel volgzaam en paste zich uitstekend aan. Mirjam Kollenstaart werd geadopteerd maar wil op een bepaald moment ook weten wie ze werkelijk is. Ze bezoekt haar geboorteland en dat blijkt best confronterend te zijn.

Rechtstreeks naar het interview

‘Ik herinner me nog het moment dat ik mijn biologische moeder moest ontmoeten. Moest, het woord zegt het al. Ik wilde na een half uurtje al weggaan, want het werd me te veel.’ Mirjam Kollenstaart werd geadopteerd uit Indonesië en groeit op in een kleurrijk Nederlands gezin met meerdere broertjes en zusjes die ook waren geadopteerd. Ze staat eigenlijk nooit stil bij dat feit totdat iemand op school tijdens een ruzie tegen haar zegt: ‘Jouw moeder is niet je echte moeder.’ Mirjam: ‘Dat raakte me echt heel erg. Ik had dat nooit zo ervaren. Ik voelde me niet anders maar anderen wijzen je daar dan op. Ook worstelde ik niet met waar ik vandaan kwam. Het was toen een vaststaand feit wie ik was.’

Vernislaag

Toch groeit er ook onvrede in haar hart. Omdat ze zich altijd aanpast aan de verwachtingen die anderen van haar hebben. Mirjam: ‘Dat was heel belangrijk en ik was heel volgzaam.’ Op haar dertigste wanneer ze inmiddels getrouwd en moeder is, knapt er iets. ‘Er zat altijd een mooie vernislaag over mijn leven zodat nare dingen niet aan de oppervlakte kwamen. Ik stond er nooit bij stil wat ik wilde, want ik was altijd gericht op een ander. Uiteindelijk bracht me dat in conflict met mezelf, met wie ik ben. Dat moest een keer naar buiten komen en dat gaat door die vernislaag heen en levert letterlijk brokstukken op.’ Mirjam Kollenstaart werd geadopteerd en daardoor wist ze ineens niet meer wie ze was, wat ze geloofde en waar ze voor stond.

Adoptiedochter

Mirjam vervolgt: ‘Ik evalueerde alle keuzes die ik ooit had gemaakt en daarvan raakte ik compleet van slag.’ Op dat moment kan ze de onrust niet goed plaatsen. Pas wanneer Mirjam en haar man hun adoptiedochter uit Nigeria gaan halen, gaat ze nadenken over haar eigen adoptie. Mirjam ‘Ik weet dat ik daar stond op de binnenplaats met mijn dochter op mijn arm en we liepen voor de laatste keer daar weg. En ik voelde hoe ik haar uit haar vertrouwde omgeving haalde. Ze had daar veertien maanden gewoond. Voor het eerst in dertig jaar dacht ik: wat mijn dochter nu ervaart, dat is ook bij mij gebeurd. Mijn adoptieouders hebben mij ook op die manier opgehaald en uit mijn vertrouwde omgeving weggehaald.’

Indonesië

Na die tijd bezoekt Mirjam een psychotherapeut. Die vertelt dat de pijn bij haar niet zozeer zit in de adoptie. ‘Ze zei tegen mij: “Het probleem bij jou, is dat je bent afgestaan. De band tussen moeder en kind is de meest intieme band die er is en het zou de meest veilige band moeten zijn. In die veilige band is een breuk gekomen. Dat heeft jou getraumatiseerd.” Het klinkt heel heftig en dat is het misschien ook wel. Ze raadde mij aan om daarom terug te gaan naar Indonesië. Niet eens zo zeer om mijn ouders daar op te zoeken maar om te kijken wat het land met mij zou doen.’

Moederband

Met een stapeltje papieren gaat Mirjam op reis. Daar waar bepaalde televisieprogramma’s er soms maanden over doen om iemand te vinden, vond Mirjam haar biologische ouders in drie dagen. Mirjam: ‘Zo snel ging dat! Ze wisten gelijk wie we bedoelden. Mijn tolk en mijn gids waren door het dolle heen maar zelf was ik eigenlijk een soort van bevroren. Je denkt dat het een moment is waarop je elkaar in de armen vliegt, maar het werd me te veel. Ik wilde eigenlijk niet.’

Vaderband

‘Met mijn vader had ik dat niet. Ik ontmoette hem een paar dagen later, want m’n vader en moeder zijn niet meer bij elkaar. Ik heb nooit afstand gevoeld naar mijn vader toe terwijl ik die gereserveerdheid wel had richting mijn moeder. Misschien omdat ik haar toch onbewust de schuld gaf van het feit dat ik was afgestaan. Achteraf bleek dat helemaal niet te kloppen. Mijn biologische moeder is inmiddels overleden maar mijn biologische vader leeft nog wel. Ik lijk op hem en vind onze band heel waardevol.’

Geliefd

Van tijd tot tijd bezoekt Mirjam haar familie in Indonesië. ‘Ik weet nog dat mijn biologische vader na onze eerste ontmoeting aan mij vroeg: “Wat wil je nu?” Dat vond ik zo fijn, dat hij die vraag bij mij legde. Dat hij vroeg wat ik wilde.’ En dat weet de geadopteerde Mirjam inmiddels. Ook wie ze werkelijk is: ‘Mijn identiteit ligt in Christus, dat weet ik en voel ik nu ook. Door mijn adoptie heb ik geleerd dat familie meer is dan een bloedband. Natuurlijk blijft mijn biologische familie heel bijzonder en heeft me dat echt leren voelen. Maar ik heb door mijn adoptiefamilie geleerd dat liefde ook in je hart groeit. En de gemeente van Christus heeft mij geleerd dat je daar een plaats hebt omdat God onze Vader is. Die familie is zo ontzettend groot!’

Hoopvol

In Klaagliederen staat een van Mirjams favoriete verzen. ‘Daar staat het zo mooi omschreven dat er een God is die je Vader wil zijn. Dat vind ik ongelooflijk hoopvol. Die ellende is er, die was er ook bij mij. In ieders leven zijn er brokstukken, maar het zou zinloos zijn als er dan geen God is die trouw is en je daar liefdevol bovenuit tilt.’

Wil jij een optimale website? Dan hebben we wat cookies van je nodig. Pas mijn voorkeuren aan