Maarten Thé heeft een droom: operatieassistent worden. Tijdens zijn eerste dagen als operatieassistent slaat echter het noodlot toe. 'Terwijl ik aan het werk was, zag ik langzamerhand een vlekje opkomen in mijn rechteroog.' Maarten denkt dat het vermoeidheid is, maar hij is langzaam aan het blind worden.
Rechtstreeks naar het interview
‘Ik dacht dat het gewoon een beetje met vermoeidheid te maken had. Maar toen ik thuiskwam, werd die vlek alleen maar groter en ging deze ook niet meer weg. De volgende ochtend kwam ik erachter dat ik helemaal niks meer zag in mijn rechteroog. Na verschillende onderzoeken zeiden de artsen: “Je hebt een netvliesloslating en we moeten je nu opereren.” En dat terwijl ik die dag weer aan het werk had moeten zijn op de trauma-afdeling. In plaats daarvan werd ik zelf traumapatiënt.’ Het langzaam blind worden, begint met één oog maar al snel volgt ook het andere oog.
Blind of doof?
Het is natuurlijk een onmogelijke vraag maar als hem wordt gevraagd of hij liever doof of blind zou zijn, twijfelt Maarten. ‘Moeilijke vraag. Ik merk dat ik het echt wel mis om mooie dingen te zien. Of mooie mensen en landschappen. Aan de andere kant kan ik nog wel goed communiceren met mensen en dat is wel heel wat moeilijker als je doof bent.’ Maarten draagt een zonnebril tijdens het interview omdat zijn ogen moeite hebben met te veel licht. ‘Maar zolang ik nog licht kan zien en dingen kan onderscheiden ben ik daar wel heel dankbaar voor. Ik ben heel dankbaar voor de dingen die God mij nog steeds geeft.’
Ik bereidde me voor dat alles zwart zou worden
Afscheid
Ondanks zijn omstandigheden kan Maarten genieten van alle kleine dingen die hij nu nog gewoon kan en is daar ‘onwijs dankbaar voor’. Ook zijn linkeroog moet uiteindelijk geopereerd worden. ‘Een jaar lang had ik operaties aan mijn rechteroog en die was uitbehandeld. Die was blijvend blind gebleven. Maar met mijn linkeroog kon ik nog prima zien. Ik had een nieuwe studie gevonden en zou daar net aan beginnen toen ik op een avond weer een vlekje zag opkomen. Binnen een uur tijd was de helft van mijn zicht als een gordijn helemaal zwart geworden. Met spoed ben ik vervolgens naar het ziekenhuis gebracht. Het betrof weer een netvliesloslating en ze moesten mij weer gaan opereren. Ik bereidde mij erop voor dat ik na de operatie niet meer zou zien en dat alles zwart zou zijn om mij heen. Ik nam afscheid daarvan. Dat vond ik wel heel moeilijk op dat moment.’
Schuldgevoel
Een moeilijke tijd volgt en Maarten geeft zichzelf soms de schuld van zijn oogaandoening. ‘Ondanks dat je weet wat er in de Bijbel staat denk je dan: er overkomt mij zoveel ellende. Ik moet wel iets verkeerd gedaan hebben. Ik hoop zeker op genezing. Ik weet dat God in staat is om dat te doen. Maar ik weet dat het niet aan mij is en dat het sowieso goed is. Ik moet op een reële manier in het leven staan. Mijn gezondheid gaat achteruit en daar moet ik het mee doen. Ik heb geleerd om tegen God te zeggen: “Ik zie het lijden, ik weet dat U daar bij bent, ik weet dat U daar herstel in brengt en dat daar een weg van hoop in is.”‘
‘In de afgelopen jaren heb ik misschien mijn lichamelijke zicht verloren maar op een bepaalde manier ben ik meer gaan zien met mijn geestelijke ogen. Door Zijn Woord te bestuderen door mijn studie heen heb ik op die manier meer zicht gekregen en daar ben ik ontzettend dankbaar voor. Daardoor wijst God mij de weg en weet ik troost te vinden.’
Dominee worden
Zijn droom is nu om dominee te worden. Hij is gelukkig nog niet volledig blind geworden. ‘Op dit moment heb ik nog ongeveer vier jaar over met het zicht dat ik nog heb. Daarna zal het echt voorbij zijn. Mijn droom is om het Woord te brengen en daarbij ook te verwijzen naar God, dat Hij in alle zwakheid zijn kracht kan laten zien. Jezus zegt dat Hij met ons is, alle dagen tot aan de voltooiing van de wereld. Soms als ik dat gevoel zelf niet heb zeg ik: “Heer U heeft het gezegd dus daar houd ik gewoon aan vast.” Daarin mag ik gaandeweg zien dat Hij er ook echt is en mij daarin de weg wijst, hoe moeilijk de omstandigheden soms ook zijn.’