Woordenkunstenaar Matthijn Buwalda over deelname ‘Beste Zangers’

In 2010 vertelde zanger Matthijn Buwalda in Hour of Power over zijn muzikale dromen en ambities. Ruim veertien jaar later schittert hij in het populaire televisieprogramma ‘Beste Zangers’ en wist hij vele harten te raken. Hij begon in de kerk en ontpopte zich als een echte verhalenverteller en woordkunstenaar. Hoe kijkt hij terug op zijn deelname aan ‘Beste Zangers’? We gingen in gesprek met hem.
Hoe word je deelnemer van ‘Beste Zangers’? Word je dan gebeld op een dag?
‘Ik werd inderdaad op een dag gebeld door de eindredacteur. Jan Smit en ik zijn bevriend en hij heeft zeker mijn naam genoemd, maar het is niet zo dat hij beslist wie er in het programma komt. Dat doet de redactie. Dus ik ben Jan super dankbaar dat hij mijn naam heeft genoemd, want zonder dat was dit balletje nooit gaan rollen en tegelijkertijd moest ik de voorgesprekken allemaal gewoon zelf doen. Ze kijken naar of je goed genoeg bent, welke karakters er bij elkaar passen en wat er gebeurt als je deze mensen bij elkaar zet. Het is als het leggen van een puzzel en daar paste ik in.’
Hoe ziet het er achter de schermen uit?
‘We waren in Sevilla. Je bent een week van huis en trekt intensief met elkaar op. Er loopt zo’n 60, 70 man rond, voor acht poppetjes op een bank. Het zijn stuk voor stuk vakmensen die met ontzettend veel liefde het programma maken, die goed voor je zorgen, zodat je comfortabel bent om te kunnen leveren wat je in je hebt, zeg maar. Je bent de hele dag gezenderd en wordt gevolgd door camera’s. Dat is heel leuk, maar ook hard werken. Sommigen zeggen dat het allemaal nep is en jank tv. Het is misschien wel jank tv, maar het is zeker niet nep. Ga maar eens je levensverhaal vertellen aan een groep mensen die als een warme deken om je heen zitten. En dan vervolgens liedjes in je gezicht krijgen die heel veel voor je betekenen. Je staat op vijf meter afstand van iemand te zingen! En Jan is heel goed, dus je voelt je ook gewoon geliefd door hoe er met je wordt omgegaan. In die cocktail van dingen ontstaat kwetsbaarheid en is het veilig. Dat is fantastisch!’
Deelname vraagt ook wat van het thuisfront, niet?
‘Maar dat is echt zo. Annemieke geloofde er nog meer in dan ik. Zonder haar was het nooit gelukt. Nooit. Mijn uitzending was zo overweldigend, ik wist van gekkigheid niet wat ik moest doen. Toen de opnames klaar waren, was het midden in de nacht. Ik ben toen naar mijn kamer gegaan en heb een heel lange voice-app gestuurd naar Annemieke, omdat ik dacht: ik moet het tegen haar zeggen. Volgens mij is het eerder een podcast geworden dan een voice-app, want ik heb minutenlang tegen haar aangepraat: “Moet je nou horen wat ze allemaal gezegd hebben over mij. En dus ook over jou eigenlijk, want dit is iets wat we samen al jaren doen. Waar we samen al jaren voor kiezen. Altijd maar omdat we geloven dat het misschien iets zou kunnen betekenen voor mensen. En dan is er deze avond waarop dat allemaal waar blijkt te zijn. Ik had je het liefst naast me op de bank gehad, zodat jij het ook had kunnen horen.” Kijk, ik zit naast Jan en dat is hartstikke leuk, maar het is teamsport, ik ben wie ik ben door de mensen die voor me zijn gekomen, de mensen die naast me staan, de mensen met wie ik werk.’
Hoe is dat als mensen jouw liedjes zingen?
‘Ik had me van tevoren voorbereid en gedacht: dan zeg ik dit, dan zeg ik dat. Maar eigenlijk zodra Jan begon en Karin als eerste begon te zingen, kon dat allemaal gewoon de prullenbak in. Het is een soort machine, het spoelt over je heen als een golf. Je bent machteloos op een positieve manier. Alles kwam zo binnen. Ik dacht de hele tijd: hoe kan dit nou? Deze mensen zingen mijn liedjes. Ik vond het zo bizar. Ze hadden allemaal de moeite genomen zich te verdiepen in mijn repertoire. Toen Tangerine het lied ‘Hoe de wind draait’ deed, was dat een heel bijzonder moment voor zowel mij als voor Jan. Dat is het liedje dat Jan hoorde toen hij heel diep zat en wat hem eigenlijk daar uitgetrokken heeft. Dus toen de boys van Tangerine dat gingen zingen, zaten Jan en ik op de bank en we keken elkaar aan en Jan zei tegen mij: “De cirkel is rond. Ooit hoorde ik jouw liedje terwijl ik in mijn eentje was. Ik wist niet dat een mens zo hard kon huilen, maar ik heb alleen maar gehuild. En nu zit ik naast jou op de bank, als twee vrienden, en wordt dit liedje voor ons teruggezongen.” Weet je, je kan me heel goed vertellen over wat God is. Nou, daar zit het in voor mij, in zo’n moment. Zo heb ik dat absoluut ervaren. Al mijn liedjes gingen opnieuw op reis, omdat ze een ander transportmiddel kregen. Iemand anders zingt het en die brengt de liedjes weer veel verder dan ik ze ooit had kunnen brengen. Dat is zo mooi om te zien. Ik dacht ook bij iedereen: oh, je mag het hebben! Ga het ook maar zelf zingen. Het maakt me niet uit, het is nu ook van jou. En sommige van mijn collega’s zingen dus nu mijn liedjes in hun tours. Dat is zo tof.’
Welk liedje neem jij mee in jouw repertoire?
‘Het liedje van Ricky ‘Love Myself’, dat is een heel vrolijk en heel uptempo nummer en dat vond ik te gek om te doen. Maar bij het lied van Hannah Mae ‘Als jij me nu kon zien’, daarvan dacht ik direct: dat had ik zelf willen maken! Hannah had dat geschreven voor haar overleden oma. Het is gewoon zo’n mooi liedje, dus die zing ik nu zelf ook af en toe. Hij staat in ieder geval in mijn setlist voor de tour.’
Je zit nu volop in je tour?
‘Ja, de eerste zeven voorstellingen hebben we gehad en we gaan door tot juni volgend jaar. Nog steeds komt er een groot deel van christelijk Nederland naar mijn concerten, maar wat leuk is, is dat er nu heel veel mensen komen die mij bij ‘Beste Zangers’ hebben gehoord en een kaartje hebben gekocht. Ik zie dat in de reacties op mijn social media, of in de berichtjes die mensen sturen. Ik richt me niet zozeer op gelovig of niet-gelovig, ik ga voor de mens. Ik hoop dat mijn liedjes iets geven aan mensen. Dat ze iets van hoop en troost en liefde vinden. Of iets van een glimlach. Dat zou ik te gek vinden. En dan maakt het me niet uit of je wel of niet gelooft. In mijn leven is geloof de grondtoon. en de basis waarop ik besta. Dus ik hoop dat als je die basis ook zoekt of wilt of onbewust nodig hebt, dat mijn liedjes je op weg sturen naar die basis. En dan geloof ik in een God die zegt: “Wie zoekt zal vinden.” Dat vinden is dan verder Zijn verantwoordelijkheid. En ik geloof dat Christus God een gezicht heeft gegeven en dat Hij ons het leven voordoet. Uiteindelijk zijn we op weg naar een wereld zoals die bedoeld is: waar recht is en liefde heerst. Waar hoop is en waar het ultiem goed zal zijn. Daar geloof ik in. Dus ik wil mensen graag nieuwsgierig maken en ze hoop en liefde en troost bieden door mijn zingen. Dat probeer ik en meer is het ook niet.’