850e aflevering

 

 (Trinity zingt in de introductie)

 

Daar ga ik weer ik ben dol op reizen met alles wat ik meeneem maak ik graag kennis met moedige Volken, heldhaftige verhalen schitterende mensen en kleurrijke culturen en hoewel we met z’n tweeën Zijn praat ik amper tegen je ik ben alleen, verdwaald in deze krankzinnige tijd de wereld is een dorp

Altijd verder reizen global village dansen op de beat van deze fascinerende wereld de wereld is een Dorp zeven miljard mensen en ‘t worden er steeds meer global village zeven miljard liedjes, meer dan Ik ooit kan zingen kijk mij eens bewegen ik hou van overdrijven doodmoe kom ik thuis het leven is een Feest ik voel me lekker, maar ik moet verder waarheen de wind waait waarheen de zee voert en Hoewel we met z’n tweeën zijn praat ik amper tegen je ik ben alleen, verdwaald in deze krankzinnige Tijd de wereld is een dorp altijd verder reizen global village dansen op de beat van deze fascinerende Wereld de wereld is een dorp zeven miljard mensen en ‘t worden er steeds meer global village zeven Miljard liedjes, meer dan ik ooit kan zingen verenigd in één song ik hoor je, ik zie je één familie Waartoe we allemaal behoren verenigd in één lied ik hoor je, ik zie je één familie waartoe we allemaal Behoren ik hoor je, ik zie je ik zal je vinden de wereld is een dorp altijd onderweg naar een nieuwe Horizon global village dansen op de beat van deze fascinerende wereld de wereld is een dorp zeven Miljard mensen en ‘t worden er steeds meer global village zeven miljard liedjes, meer dan ik ooit kan Zingen

 

Opening

 

Welkom in Shepherd’s Grove in Garden Grove, Californië. Welkom bij Hour of Power met Bobby Schuller. Ontdek het gezicht en de stem van positief christendom.

 

Samenzang – Joyful, Joyful

 

Vreugde, vreugde, louter vreugde is bij U van eeuwigheid. Schepper, die ‘t heelal verheugt en bron Van eeuw’ge vreugde zijt. Gij, die woont in licht en luister drijf de schaduwen uiteen hij, die zoekend Doolt in ‘t duister vindt het licht bij U alleen. Amen! Amen! Amen!

 

 

 

 

 

 

 

 

Welkomstwoord

Door Bobby Schuller

 

Dit is de dag die God heeft gemaakt. Daarover zullen we ons verheugen. Goedemorgen. Kunnen we even klappen voor iedereen die via de tv de dienst bijwoont? Wat fijn dat u erbij bent. Groet de mensen om u heen uit naam van God en zeg: God houdt van u en ik ook.

 

Koor –  “Standing on the Promises”

 

Staand’ op de beloften van mijn God en Heer klinkt door alle eeuwen heen zijn lof en eer glorie en Aanbidding, zing ik telkens weer staand’ op de beloften van mijn God staande, staande staand’ op de Beloften van mijn God, mijn Redder staande, staande ‘k sta vast op de beloften van mijn God staand’ Op de beloften vrees ik voor geen val luist’rend naar zijn stem waar Hij mij leiden zal vertrouwende Mijn Redder als mijn al in al staand’ op de beloften van mijn God staande, staande staand’ op de Beloften van mijn God mijn Redder staande, staande ‘k sta vast op de beloften van mijn God

 

Schriftlezing –  Lucas  10:25-37

door Chad Blake

 

U mag gaan zitten. Luistert u ter voorbereiding op de preek naar dit verhaal uit het evangelie van Lucas. Er kwam een wetgeleerde die Hem op de proef wilde stellen. Hij vroeg: Meester wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven? Jezus antwoordde: Wat staat er in de wet  geschre-ven? Wat leest u daar? De wetgeleerde antwoordde: Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw kracht en met heel uw verstand en uw naaste als uzelf. U hebt juist geantwoord, zei Jezus tegen hem. Doe dat en u zult leven. Maar de wetgeleerde wilde zich recht-vaardigen en vroeg aan Jezus: ‘Wie is mijn naaste?’ Toen vertelde Jezus hem het volgende: Er was eens iemand die van Jeruzalem naar Jericho reisde en onderweg werd overvallen door rovers die hem zijn kleren uittrokken, hem mishandelden en hem daarna halfdood achterlieten. Toevallig kwam er een priester langs maar toen hij het slachtoffer zag liggen, liep hij met een boog om hem heen. Er kwam ook een Leviet langs maar bij het zien van het slachtoffer liep ook hij met een boog om hem heen. Een Samaritaan echter, die op reis was kreeg medelijden toen hij hem zag liggen. Hij ging naar de gewonde man toe goot olie en wijn over zijn wonden en verbond ze. Hij zette hem op zijn eigen rijdier en bracht hem naar een logement, waar hij voor hem zorgde. De volgende morgen gaf hij twee denarie aan de eigenaar en zei: Zorg voor hem en als u meer kosten moet maken, zal ik u die op mijn terugreis vergoeden. Wie van deze drie is volgens u de naaste geworden van het slachtoffer van de rovers? De wetgeleerde zei: De man die medelijden met hem heeft getoond. Toen zei Jezus tegen hem: Doet u dan voortaan net zo. Zo luidt het Woord van de Heer.

 

Koor – “God is Our Refuge and Strength”

Hij is het Woord, wij zijn zijn handen Hij zal ons leiden Hij is de adem, wij zijn zijn lied wij zullen zijn Aanwezigheid loven de hele dag lang God is voor ons een veilige schuilplaats een betrouwbare hulp In de nood al beven de bergen in het diepst van de zee al kolkt en kookt de watervloed wij vrezen niet

Wij vrezen niet wij vrezen niet wij vrezen niet

 

 

 

 

 

 

Interview –  DEBORAH SMITH-PEGUES

BS = Bobby Schuller en DSP = Deborah Smith-Pegus

 

BS       Vandaag heb ik te gast Deborah Smith-Pegues. Ze is accountant en gedragstherapeut,

internationaal spreekster en schrijfster van meer dan 16 boeken. Ze heeft een MBA in    finance en heeft gewerkt voor allerlei topbedrijven. Ze komt uit een disfunctioneel gezin in        Texas en was de tweede van zeven kinderen. Mijn vrouw komt uit een gezin van zes  kin-         deren. Ze ging naar de kerk en wist dat God een plan had voor haar leven. Maar pas toen ze    ging studeren ontwikkelde Deborah een levend geloof in Jezus Christus. Naast haar vele             spreekbeurten werkt ze als bestuurder bij World Vision, een organisatie die ons dierbaar is.

Ze is al 35 jaar getrouwd met Darnell die hier vanmorgen ook is. Graag een warm applaus

voor Deborah Pegues. Dag Deborah.

DSP     Dag Bobby.

BS       Je hebt een prachtig verhaal. Helaas is de tijd beperkt. Laten we beginnen met je jeugd in

Texas.

DSP     Texas is een heerlijke streek om vandaan te komen. Het was een chaotisch gezin, en een

chaotische tijd, maatschappelijk gezien. Ik voelde me nergens geborgen, behalve in mijn           boeken. Ik bestudeerde m’n schoolboeken heel ijverig maar ik ontdekte ook de Bijbel. Want     we waren een chaotisch gezin maar gingen regelmatig naar de kerk. Ik leerde uit de Bijbel dat   ik geen slachtoffer hoefde te zijn van m’n situatie…dat alle dingen meewerken ten goede, want       ik hield van God. Toen dat tot me doordrong, besefte ik dat ik kon worden wat ik wilde.

BS       Wat je zegt, wordt gedreven door je geloof, hè?

DSP     Zeker. Ik vergelijk het met een kruk, met een basis en vier poten. Die basis wordt gevormd

door je geloof in God maar dat moet doorstromen in de vier kerngebieden van je leven: Het       relationele, het fysieke, het financiële en het emotionele. Er zijn vier kerngebieden. Elk         probleem dat je hebt ligt in één van die gebieden: Het fysieke, het relationele, het emotionele     en het financiële. Gods Woord bevat principes die daar over gaan. Als je die volgt, kan je op    ieder gebied slagen. De Bijbel is heel praktisch. God wil dat we Hem nadrukkelijk centraal

stellen, zodat Hij zijn macht kan tonen. God wil dat we Hem nadrukkelijk centraal stellen.

BS       Daar zit wat in. Oral Roberts zei: Geloof is een gave. Volgens hem heeft iedereen geloof

meegekregen.

DSP     Of je naar de Bijbel handelt en gered wordt is geen kwestie van geloven, maar van geloof          toelaten. We hebben het allemaal en kunnen het ontwikkelen door ernaar te handelen. Ik zeg      het voortdurend: Ik vind het heerlijk om op Gods belofte te staan. Daarom wil ik ze per se          leren. Ik heb ze opgeschreven en ingelijst. Voor mij zijn ze van levensbelang.

BS       Je schrijft erover in 30 Days to a Stronger, More Confident You.

DSP     Na mijn studie probeerde ik uit alle macht m’n zelfvertrouwen op te krikken. Ik had als  zuider-    ling zo een slepend accent. Als ik iets zei, aapten ze me na. Daarom nam ik spraaklessen en            zo om mijn zelfvertrouwen te vergroten. Maar zelfvertrouwen is een werelds concept.

‘Confidence’ betekent: ‘met geloof, vertrouwen’. Je vertrouwen moet zijn in God, niet in jezelf.

Anders ben je een dwaas, zegt de Bijbel.

BS       Is zelfvertrouwen iets werelds?

DSP     Een werelds concept. Dat najagen van zelfvertrouwen, zorgen dat je meekomt dat is de             wereld. Zo vertrouw je niet op je geloof in God. Voor ik hier kwam was ik nerveus. Waar is je    geloof dan? zei ik tegen mezelf. Je wilt het uit jezelf halen. Je geeft God geen ruimte om zijn      macht te tonen.

BS       Dat is goed gezegd. Amen, mensen? Geweldig. Je bent hier mede omdat je boeken zoveel       mensen hebben geraakt. Er luisteren nu miljoenen mensen naar je. Als je één ding mocht zeggen, wat zou dat zijn?

DSP     Sta vast op Gods beloften. Probeer niet God terug te brengen tot het niveau van je omstandig-  heden. Hij zoekt mensen die Hem zo vertrouwen, dat Hij zijn macht kan tonen. Als ik dat lees,            denk ik: Neem mij maar. Ik wil degene zijn door wie U uw macht toont. Dat wil Hij. Niet alleen     voor mij, maar voor iedereen. Net als Jesaja, die zegt: Hier ben ik, Heer, stuur mij.

 

BS       Zo is Deborah Pegues. Bedankt voor je komst. We houden van je en zijn je dankbaar. Klapt u    nog een keer? Dank je wel.

 

Orgel solo – ZELJKO MARASOVICH – “Menuet Gothique”

 

(Trinity zingt in de Dutch touch)

 

De Here is mijn Herder het ontbreekt mij aan niets Hij laat mij rusten in grazige weiden Hij voert mij

Naar vredig water daar geeft Hij mij nieuwe kracht Hij leidt mij op het rechte spoor Hij zalft mijn hoofd Met olie mijn beker is tot de rand gevuld met vreugde ik doe mij tegoed aan zijn verrukkingen uw Schoonheid en liefde volgen mij, Heer al de dagen van mijn leven al de dagen van mijn leven ik zal Wonen in het huis van de Heer alle dagen voor de rest van mijn leven voor altijd al moet ik door dalen

Van duisternis en dood ik ben voor geen onheil bang want U bent bij mij uw knots en uw staf geven Mij nieuwe moed uw schoonheid en liefde volgen mij, Heer al de dagen van mijn leven al de dagen Van mijn leven ik zal wonen in het huis van de Heer alle dagen voor de rest van mijn leven voor altijd En altijd uw schoonheid en liefde volgen mij, Heer al de dagen van mijn leven al de dagen van mijn Leven ik zal wonen in het huis van de Heer alle dagen voor de rest van mijn leven voor altijd en altijd Ik vertrouw op U alleen ik vertrouw op U alleen uw goedheid en liefde blijven mij volgen alle dagen van Mijn leven uw goedheid en liefde blijven mij volgen alle dagen van mijn leven

 

Orgel solo – ZELJKO MARASOVICH  – “’Tis So Sweet to Trust in Jesus”

 

Preek – “Follow the Rabbi: The Rabbi’s Great Commandment”

door Bobby Schuller

Vandaag gaan we verder met de behandeling van We noemen deze reeks preken ‘Volg de Rabbi’.

Vandaag gaat het over de barmhartige Samaritaan. En de stelling van vandaag is: Liefde en  mede-dogen vormen de belangrijkste christelijke doctrine. We hebben vele doctrines in het christendom,

orthodoxe zienswijzen, op grond waarvan je wel of geen christen bent. Maar wat ons meer dan wat ook tot christen maakt dat is onze liefde. Dat is onze hoogste doctrine en daar gaat het vandaag over.

Er schieten me twee plaatsen te binnen waar Jezus zegt: ‘Dat is het hart van de Wet en de Profeten.’ Beide over naastenliefde. Heb God lief met heel uw hart en ziel, kracht en verstand en uw naaste als uzelf. Dat is het hart van de Wet en de Profeten. De andere is de Gulden Regel: Behandel anderen zoals je zou willen dat ze jullie behandelen. Wat leert ons dat? Dat als Jezus echt onze rabbi is als het christendom gaat over wat Jezus zegt en is dan is de liefde voor God en onze naasten de hoogste doctrine. En wat zou dan de ergste ketterij zijn? vraag ik u. Dat is een leven leiden zonder mededogen of liefde voor je naaste. Daarmee staat of valt alles. Vandaag gaat het over de barmhartige Sama-ritaan. Vandaag zullen we zien dat de Samaritanen in Jezus’ dagen totale buitenstaanders waren

doordat ze niet de juiste doctrine hadden. In het verhaal dat Jezus vertelt over die ketter is de Samaritaan uiteindelijk de ware man van God. Tegenwoordig zien wij de term Samaritaan als iets positiefs. Dat komt door deze gelijkenis. Als iemand mij een Samaritaan noemde, zou ik dat een compliment vinden. Dat komt door deze passage. Maar in de eerste eeuw werden Samaritanen gehaat. Ze werden verguisd. Ze stonden overal buiten. De vraag van vandaag is: Hoe maken wij andere groepen dan wij tot Samaritanen? Het is een vraag die ik mezelf stel: Hoe ga ik, Bobby Schuller in groepen denken? Want daarbij blijft iedereen buiten mijn eigen groep verstoken van mijn liefde, vriendschap en mededogen. Eerst iets over de Samaritanen in Jezus’ tijd. Israël…De  Sama-ritanen waren wat resteerde van de Assyrische verovering. De bloeddorstige Assyriërs vielen binnen

moordden, verkrachtten, verwoestten en brandden de boel af in het noordelijk deel van Israël. Ze voegden aan de tien stammen hun eigen DNA toe. Daardoor werd het noorden van Israël een mix van joden en Assyriërs. Zo wordt die groep mensen een levende herinnering aan de verschrikkingen van het Assyrische rijk. Al gauw ontstaat er onder hen een soort jodendom dat niet echt joods is: het Samaritanisme. Ze worden Samaritanen, een soort neven en nichten van de joden. Ze hebben de Samaritaanse Tora, die wat verschilt van de joodse. Alle verhalen zijn net een beetje anders.

 

Ze hebben een heilige berg, maar niet Jeruzalem of Sion maar de berg Gerizim. Ze hebben een Verbond, maar hun bloed is niet heilig, maar gemengd. Het is geen zuiver joods Verbonds-bloed,

want vermengd met Assyrisch bloed. In de eerste eeuw worden die mensen gehaat vanwege hun valse Bijbel, hun valse berg en hun valse bloed. Ze worden Samaritaan genoemd en dat is eigenlijk synoniem met ‘buitenstaander’. Jij staat overal buiten vanwege je valse Bijbel je valse berg en je valse bloed. Die mensen in het noorden werden gezien als tuig van de richel, uitschot, gehaat door God, buiten Gods Verbond met zijn volk. Joden koesterden diepe minachting voor hun Samaritaanse noorderburen. In het verhaal van vandaag, uit Lucas 10 spreekt een rabbi Jezus aan, die zelf ook rabbi is. Dus twee rabbi’s die met elkaar praten. Net het begin van een mop. De rabbi zegt tot rabbi Jezus: Meester, wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven? Jezus antwoordt: Wat leest u in de wet? De rabbi antwoordt: Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart, ziel, kracht en verstand en uw naaste als uzelf. Jezus kijkt hem aan en zegt: Doe dat en u zult leven. Hier zouden in de tekst drie puntjes kunnen staan om een pijnlijke stilte aan te geven. De rabbi kijkt Jezus weer aan.

Hij wilde zich rechtvaardigen, zegt de Bijbel. Wie is mijn naaste? vraagt hij. En dat is de centrale vraag

van deze tekst: Wie is mijn naaste? Voor die rabbi was dat zijn mede-jood die onder het Verbond valt,

de tempel in mag die de juiste Bijbel heeft, de juiste berg en het juiste bloed. Dat was zijn naaste, die moest hij liefhebben die moest hem ter harte gaan. Jezus geeft geen rechtstreeks antwoord, maar

heel klassiek, met deze beroemde gelijkenis. Hij zegt: Er was eens iemand die van Jeruzalem naar Jericho reisde. Dat was toen een gevaarlijke weg, de ‘bloedige weg’ werd hij genoemd. Het was een sterk dalende weg met aan weerszijden spelonken waar mensen zich konden verbergen. Gevaarlijk, vooral als je alleen reisde. Een vermoedelijk joodse man loopt van Jeruzalem naar Jericho en wordt beroofd. Hij wordt geslagen en bloedend achtergelaten. Hij ligt te sterven langs de weg. Jezus zegt:

De eerste die langskomt, is een priester. In het hedendaagse jodendom zijn geen priesters meer, want er is geen tempel. Maar toen leidden priesters het offeren in de tempel en de joodse  godsdienst-oefening. Het centrum daarvan was de tempel op de Tempelberg in Jeruzalem. De priesters  verzorg-den de offers waarmee mensen boetten voor hun zonden. Ze leidden de riten en gingen de gelovigen voor in het Heilige van de tempel. Prachtige taken. Deze priester is onderweg ziet de stervende man, en wat doet hij? Hij loopt met een boog om hem heen. Misschien had hij wel medelijden met de man.

Hij dacht vast dat de man dood was en hij toch niks voor hem kon doen. Als je destijds als jood een dode aanraakte was je een week lang onrein. Dus als de priester de man had aangeraakt, en die was dood dan zou hij een week lang geen taken kunnen verrichten. Dan kan hij zijn werk niet doen.

Misschien moet hij een offerbeurt over-slaan of mag hij de tempel niet eens in. Een week lang is hij een onreine priester want hij heeft een dode aangeraakt. Dus wat doet hij? Hij loopt om hem heen

vanwege zijn religieuze zienswijze. Begrijpt u? Door zijn religieuze zienswijze kan hij niet doen wat God hem heeft opgedragen. Zijn religieuze dogma verbiedt hem mededogen te tonen. De volgende man is een Leviet. Een priester moest een Leviet zijn maar niet elke Leviet werd priester. Levieten leken wel veel op priesters. Ze gingen bijvoorbeeld over het tempelmeubilair. Er werd geld voor hen ingezameld. Misschien had hij een zak geld bij zich of voedsel, graan. Misschien had hij een kar. Ook hij ziet de gewonde man liggen maar durft hem niet aan te raken, want dan mag hij een week de tempel niet in. Hij heeft medelijden, misschien bidt hij voor de man maar hij loopt om hem heen. Zijn hart breekt, hij denkt aan de familie van de man. Maar hij doet niks. Hij loopt met een boog om de man heen. Ook hij wordt door zijn religie weerhouden van wat God hem heeft opgedragen. Dan verschijnt een derde personage ten tonele: de Samaritaan. Als er muziek bij zat, zou die nu onheilspellend gaan klinken. Die eerste twee waren geen lieverdjes, maar dit is echt de slechterik. De Samaritaan verschijnt. Het is altijd de derde waarom het draait. Nu komt de tragiek, dit wordt een verhaal over hoe die smerige Samaritaan, die buitenstaander, een van onze joodse mensen van wie we zoveel houden, kwaad heeft gedaan. Daar komt die bastaard, die gemengdbloedige Samaritaan verkeerde Bijbel, verkeerde berg. Daar komt hij, hij ziet de man en verbindt zijn wonden, nadat hij er kostbare wijn en olie over heeft gegoten. Dan legt hij hem behoedzaam op zijn ezel. Dat betekent dat hij zelf moet lopen. Hij is bereid zich moe te maken en op te offeren. Hij brengt de man naar een herberg waar hij een etmaal over hem waakt. En de volgende dag, als hij vertrekt zegt hij tegen de herbergier: Zorg voor hem. Zorg voor hem. Alsof hij moeite heeft om weg te gaan doordat hij zoveel medelijden voelt

met de man. Hij zegt: Doe alles wat nodig is om hem op te lappen. Ik betaal alles. Zorg dat hij weer op de been komt. Daarmee eindigt het verhaal. Ik zei toch dat dit verhaal gaat over onze naaste? Jezus kijkt de rabbi aan en zegt: Wie was de naaste van deze man? En wat zegt de rabbi dan? Hij krijgt het woord ‘Samaritaan’ niet uit zijn mond. Hij zegt: Degene die medelijden had. Degene die medelijden had. Als we deze passage lezen, denken we vaak dat de stervende man de naaste is. Hem moet je liefhebben. Dat is ook zo. Maar we denken altijd aan die gewonde. Maar eigenlijk gaat het verhaal erover dat de Samaritaan je naaste is. De naaste is de Samaritaan. Je naaste is degene met wie je

iets deelt, die binnen je cirkel is. En Jezus zegt in dit verhaal: De man die in het Koninkrijk van God

is heeft medelijden met zijn naaste. Als degene van wie je dacht dat hij buiten jouw cirkel stond die er altijd buiten stond met zijn foute Bijbel als die mededogen toont en jij niet dan verkeert die méér in Gods Koninkrijk dan jij. Met deze passage over de barmhartige Samaritaan worden we opgeroepen mededogen met elkaar te hebben, meer dan wat ook. En hebben we dat niet, dan is alle doctrine, opoffering, alles wat we doen, volkomen waardeloos. Het is allemaal betekenisloos zonder  mede-dogen met onze naaste. Amen? Het is bijna alsof Jezus hier Hosea 6 vers 6 citeert. De twee mannen die niet handelden, waren belast met rituele taken. Alsof een dominee en een koorleider  langs-kwamen maar een moslim stopte en de man op zijn ezel legde. Dat verhaal krijgen deze mensen te horen. De priester en de Leviet waren belast met religieuze taken en met het oog daarop hadden ze geen tijd en waren niet beschikbaar voor werkelijk mededogen met deze man, een mede-jood. Het is dus net of Jezus put uit Hosea 6 vers 6: Want liefde wil ik, geen offers. Met God vertrouwd zijn is meer waard dan enig offer. Vrienden in Christus, liefde is de hoogste doctrine en gebrek aan mededogen de ergste ketterij. De Bijbel loopt over van die waarheid. 1 Korintiërs 13: Ik zou mijn leven opgeven, het zou. Al sprak ik de taal van de engelen, wonderen deed, het is allemaal niks als ik de liefde niet heb. De Samaritaan wordt de naaste omdat hij begrijpt dat het doel van godsdienstoefening, met al haar riten, is dat we mededogen krijgen voor allen, zowel binnen als buiten de eigen kring. Ik zeg niet dat we geen principes moeten hebben. Die moeten we wel hebben. Dingen waar we in geloven, die we belangrijk vinden. Maar zodra we op grond daarvan anderen met minachting bejegenen houden we op christen te zijn. Niets maakt ons méér tot christen dan onze liefde. En niets maakt ons minder tot christen dan onze minachting. Als je het slechtste ziet in mensen, komt het slechtste eruit. Als je het beste ziet, haal je het beste uit ze. Maar al te vaak gebruiken wij mensen religie en politiek om de eigen groep voorrang te geven en het slechtste te zien in wie erbuiten staat. Ik weet geen enkele groep die op de juiste manier aan groepsdenken doet. Dat is alleen terecht als er sprake is van  mede-dogen. Het verhaal van de Samaritaan leert ons dat ieder die mededogen heeft met zijn naaste ook al heeft hij de verkeerde doctrine of de verkeerde waarheid. bruikbaar is voor God. Wat zeg je nou? Ja, echt. Het zal u misschien shockeren maar God is oppermachtig.  God doet wat Hij wil. Hij kan  gebruiken wie Hij wil. Hij kan doen wat Hij wil en wij hebben daar geen enkele inbreng in. De  barm-hartige Samaritaan leert ons: Wat ons tot christen maakt is niet al dat andere. Dat moeten we wel

bestuderen, waarheid is belangrijk. Maar het allerbelangrijkste is dat we compassie hebben. Behandel

anderen zoals jij behandeld wilt worden. Dat is het hart van de Wet en de Profeten. Dat zegt Jezus zelf. Het doet me denken, en daar eindig ik mee Het doet me denken aan het verhaal waar Jezus zegt: Op die dag zal niet iedereen die ‘Heer, Heer’ tegen Mij zegt het koninkrijk van de hemel binnen gaan alleen wie handelt naar de wil van mijn hemelse Vader. Hoort u wat ik zeg? Niet iedereen die ‘Heer, Heer’ tegen Mij zegt, zal de hemel binnengaan alleen wie handelt naar de wil van mijn hemelse Vader. Op die dag zullen velen tegen Mij zeggen: Heer, hebben wij niet in uw naam demonen  uitge-dreven hebben wij niet in uw naam geprofeteerd en wonderen verricht in uw naam? En dan zal Ik hun rechtuit zeggen: Ik heb jullie nooit gekend. Ik heb jullie nooit gekend. Waarom? Omdat jullie de wil van mijn Vader niet hebben gedaan. We denken: Het gaat erom dat ik Jezus ken maar het gaat erom dat Jezus jou kent. Toen ik dorst had, gaven jullie me te drinken. Toen ik naakt was hebben jullie me gekleed. Toen ik gevangen zat, bezochten jullie me. Vrienden, luister. Luister. De hoogste doctrine

in ons geloof is ook mededogen. God heeft Jezus naar de aarde gestuurd om onze harten te  ver-anderen, onze vijanden lief te hebben, de Samaritanen lief te hebben, de buitenstaanders, hen die we nooit in onze kring vragen. Want wij zijn gelovigen doordat Hij ons in zijn kring heeft uitgenodigd opdat wij anderen uitnodigen. Alles waarmee we de boel afbakenen door hoe we dansen, hoe we ons opmaken hoe we stemmen of hoe je de schepping ziet die belachelijke dingen waarmee we zorgen dat anderen buiten de kring blijven. Dat maakt God boos want het zijn substituten voor een leven van verkondiging een leven dat leeft voor wie klappen heeft gehad. We denken allemaal: Ik heb nooit een man langs de weg zien liggen die zo was toegetakeld. Jawel, u ziet ze elke dag. In het werkhokje naast dat van u. In het verkeer. Het is die vrouw bij wie een ziekte is geconstateerd en die niemand durft te vragen om voor haar te bidden. De man die in scheiding ligt. Elke dag kruisen we het pad van mensen die toegetakeld zijn en sterven. En wij, in ons verlangen om ons als een priester aan godsdienstige zaken te wijden wij lopen met een boog om hen heen. Mededogen is God welgevallig en vriendelijkheid. Je kunt niet tegelijk haast hebben en Gods wil doen. We moeten eraan denken dat God ons in de allereerste plaats heeft geroepen om de Samaritaan lief te hebben en in ons midden op te nemen. Ik popel om in de hemel te komen en daar al die mensen te zien die daar niet horen te zijn.

Ik popel. Buigt u uw hoofd met mij. De hemel is bereikbaar voor iedereen. Wat we eerst leren, is dat Jezus eerst de barmhartige Samaritaan was. Hij gaf alles, opdat wij konden worden hersteld genezen en vernieuwd. Hij gaf zijn leven aan het kruis opdat wij kennis zouden hebben aan de vriendschap, verzoening en rechtvaardiging van God.

 

Gebed

 

Zegt u met mij: Geef me geloof, Heer, opdat ik gered word en vergun me mijn geloof met de wereld te delen. Ik wil een nieuw leven. Ik wil Jezus gehoorzamen. Leer mij hoe dat moet. Geef me uw Heilige Geest. In Jezus’ naam bidden wij dit. Amen. Bedankt, vrienden.

 

Koor – “Heav’n is Here”

 

Hemelvreugd is hier, als ‘t loflied blijdschap brengt op ‘t levenspad hemelvreugd is hier, als droefheid

Wordt verdreven uit ons hart hemelvreugde, want Gods goedheid helpt ons dragen onze last God is Hier, want elke morgen staat zijn liefde voor ons vast amen, amen, amen

 

Zegen

 

We hopen dat u als u naar huis gaat, of de tv uitzet, het diepe verlangen heeft om uw naaste

met mededogen te benaderen.

 

De Here zegene u en behoede u. De Here doe zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig. De Here wende u zijn aangezicht toe en Hij geve u vrede. In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Amen.

 

 

 

(Trinity zingt in de outtro)

 

Ik wens je toe: een dak boven je hoofd een huis dat je thuis is een tafel vol met brood een zachte, Rustige slaap, de hele nacht lang een liefste in je armen om van te genieten ik wens je toe dat je geld Hebt om te leven en de rijkdom van het weten dat je veel zou kunnen missen en dat je werk genoeg Hebt, de hele dag lang, en vrije tijd om door te brengen met al je nageslacht tot het eind van je dagen

Een muur tegen de wind en een vuur tegen de kou een jas tegen de regen en een vriend voor de reis

Een muur tegen de wind en een vuur tegen de kou een jas tegen de regen en een vriend voor de reis

Ik wens je toe dat je vrede hebt met wie je bent dat je lacht en huilt met mensen dichtbij en verder weg

Dat je hart gevonden wordt door liefde die overleeft in de wisselende seizoenen van je leven een muur Tegen de wind en een vuur tegen de kou een jas tegen de regen en een vriend voor de reis een muur Tegen de wind en een vuur tegen de kou een jas tegen de regen en een vriend voor de reis ik zal je Beschutten tegen de wind ik vind een onderdak ‘s avonds maak ik een vuur zodat je het niet koud Krijgt in het donker zal ik bij je zijn als een beschermengel ik zal er zijn, want we zullen de weg samen Afleggen