Samenzang – Joyful, Joyful
Vreugde, vreugde, louter vreugde is bij U van eeuwigheid.
Schepper, die ‘t heelal verheugt en bron van eeuw’ge vreugde zijt.
Gij, die woont in licht en luister drijf de schaduwen uiteen hij, die zoekend
Doolt in ‘t duister vindt het licht bij U alleen. Amen! Amen! Amen!
Welkomstwoord door Bobby Schuller
Dit is de dag die de Here gemaakt heeft. Wij verheugen ons daarover. Goedemorgen. Hoe voelen jullie je vandaag? Klaar om de Heer te aanbidden? Wij gaan zijn poorten in met een lof offer, zijn voorhoven met een lofzang. Wij naderen dicht tot God door aanbidding. Dat doen wij vandaag.
Gebed
Vader, wij verschijnen voor U en geloven wat uw Woord ons zegt. Alleen uw Woord, niet wat wij zien. Wij danken U, Heer. Dit bidden wij in Jezus’ naam en Gods volk zei amen. Zeg om te beginnen tegen iemand naast je: God houdt van je en ik ook.
Koorzang – Crown Him
Halleluja.
Kroon Hem met gouden kroon, het Lam op zijne troon
Hoor, hoe het hemels loflied al verwint in heerlijk schoon
Ontwaak mijn ziel en zing van Hem die voor U stierf
En prijs Hem tot in eeuwigheid, die ‘t heil voor U verwierf
Halleluja
Kroon Hem, der liefde Heer, aanschouw Hem, hoe Hij leed
Zijn wonden tonen ‘t gans heelal wat Hij voor ‘t mensdom deed
De eng’len om Gods troon, all’ overheid en macht
Zij buigen dienend zich terneer, voor zulke wond’re pracht
Halleluja
Kroon Hem, de Vredevorst, wiens macht eens heersen zal
Van pool tot pool, van zee tot zee ‘t klink’ over berg en dal
Als alles voor Hem buigt en vrede heerst alom
Wordt d’aarde weer een paradijs, kom, Here Jezus, kom
Halleluja
Kroon Hem de levende Heer, die ‘t graf niet houden kon
Kwam overwinnend uit de strijd, mijn Redder overwon
Wij zingen Hem ter eer, Hij stierf, is opgestaan
Hij stierf, bracht eeuwig leven weer, de dood tenietgedaan
Halleluja, halleluja
Schriftlezing- Numeri 13:26-30 door Bruce Cramer
Pak je Bijbel en sla Numeri 13 op. Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri. Niet zo moeilijk te vinden. Numeri 13. Dit speelt zich af nadat de Israëlieten zijn bevrijd uit hun gevangenschap. Er gebeuren allerlei wonderen. Ze zijn klaar om naar het Beloofde Land te gaan. Ze sturen twaalf verspieders om 40 dagen lang de zaak te verkennen. En zo luidt hun verslag. Numeri 13:26. “Zij gingen op weg en kwamen bij Mozes en bij Aäron en bij heel de gemeenschap van de Israëlieten, in de woestijn Paran, bij Kades. En zij brachten aan hen en heel de gemeenschap verslag uit en toonden hun de vruchten van het land. Zij vertelden het Mozes en zeiden: Wij zijn in dat land gekomen waarheen u ons gestuurd hebt en werkelijk, het vloeit over van melk en honing, en dit is zijn vrucht. Maar het volk dat in dat land woont, is sterk. De steden zijn versterkt en heel groot en ook hebben wij daar nakomelingen van Enak gezien. In het Zuiderland woont Amalek. In het bergland wonen de Hethieten, de Jebusieten en de Amorieten. Aan de zee en aan de oever van de Jordaan wonen de Kanaänieten. Toen bracht Kaleb het volk tegenover Mozes tot bedaren en zei: Laten wij vrijmoedig optrekken, wij zullen het land in bezit nemen want wij zullen het zeker overmeesteren.” Dit is het Woord van de Heer. God zij gedankt.
Koorzang – I Thank God
-Onze God is goed. Amen. We hebben veel redenen om dankbaar te zijn. Zo’n goede God, zo’n goede Vader. Vader, wij danken U.
Dolend in de nacht, op zoek naar een plek
Voor een vermoeide ziel, een uitgeput lijf
Ik probeerde met al mijn krachten
Maar kon de strijd niet winnen
Ik gleed af en zat aan de grond
En net toen ik de weg volledig kwijt was
Ontmoette ik een Man
Die mij vertelde dat ik niet alleen was
Hij raapte me op, veranderde mij
Hij plaatste mij op vaste grond
iI dank mijn Meester, ik dank mijn Redder
Hij genas mijn hart, Hij veranderde mijn naam
Voor altijd verlost, ik ben niet meer dezelfde
Ik dank mijn Meester, ik dank mijn Redder
Ik dank God
-Hij is waardig. Hij is waardig.
Ik kan niet ontkennen wat ik heb gezien
Ik kan niet anders dan geloven
Mijn twijfels verdwijnen als as in de wind
Wat op mij drukt en mijn bitterheid, maak dat je wegkomt
Jullie zijn hier niet welkom.
-En nu samen.
Van nu af bewandel ik de straten van goud
Ik zing over hoe U mijn ziel hebt gered
Deze verloren zoon heeft de weg terug naar huis gevonden
Hij raapte me op, veranderde mij, Hij plaatste mij op vaste grond
iI dank mijn Meester, ik dank mijn Redder
Hij genas mijn hart, Hij veranderde mijn naam
Voor altijd verlost, ik ben niet meer dezelfde
Ik dank mijn Meester, ik dank mijn Redder, ik dank God
-Hij is waardig. Hij is de Enige. Ik blijf U prijzen. Dit is mijn vreugde vanochtend.
De duivel heeft verloren, ik ben verlost, U raapte me op.
De duivel heeft verloren, ik ben vrij
De duivel heeft verloren, ik ben verlost
-Wij zijn verlost, wij zijn vandaag verlost
De duivel heeft verloren, ik ben verlost
De duivel heeft verloren, ik ben verlost
De duivel heeft verloren, ik ben verlost
De duivel heeft verloren, ik ben verlost
De duivel heeft verloren, ik ben verlost
Hij raapte mij op, veranderde mij, Hij plaatste mij op vaste grond
Ik dank mijn Meester ik dank mijn Redder
Hij genas mijn hart, Hij veranderde mijn naam
Voor altijd verlost, ik ben niet meer dezelfde
ik dank mijn Meester, ik dank mijn Redder, ik dank God
-We zingen het volgende stuk over vrienden wier leven is verandert zoals voorzegt. Sta op.
Sta op, sta op, sta op, nieuw leven breekt nu aan in alle eeuwigheid
Sta op, sta op, sta op, nieuw leven breekt nu aan
-Voor de Enige die dit kan. Wij prijzen uw naam, Jezus
Sta op, sta op, sta op
-Hij is verrezen voor onze vrijheid
Sta op, sta op, sta op, nieuw leven breekt nu aan
Sta op, sta op, sta op, nieuw leven breekt nu aan
Sta op, sta op, sta op, nieuw leven breekt nu aan
Sta op, sta op, sta op, nieuw leven breekt nu aan
Sta op, sta op, sta op, nieuw leven breekt nu aan
Sta op, sta op, sta op, nieuw leven breekt nu aan
-Dit is een viering. Hij is verrezen.
Hij raapte mij op, veranderde mij, Hij plaatste mij op vaste grond
Ik dank mijn Meester, ik dank mijn Redder
Hij genas mijn hart, Hij veranderde mijn naam
Voor altijd verlost, ik ben niet meer dezelfde
Ik dank mijn Meester, ik dank mijn Redder, ik dank God
-Prijs Hem. Hij is waardig. Vader, U bent waardig.
Vader, wij danken U. U bent waardig. Zo waardig, Vader.
Koorzang – Trust in God
Volle verzeek’ring, Jezus is mijn
Wat schenkt dat rust aan ‘t volgzaam gemoed
In Hem zal ‘k zalig, zalig steeds zijn
Wedergeboren door Jezus’ bloed
Ik vertrouw op God, mijn Redder,
De Enige die mij nooit teleurstelt
Hij stelt mij nooit teleur
-Nu samen:
Ik vertrouw op God, mijn Redder,
De Enige die mij nooit teleurstelt
Hij stelt mij nooit teleur
Voll’ onderwerping, zijn eigendom
In Hem te rusten, heerlijk genot
‘T eigen ik doden, zijn wil alleen
Rijk in mijn Heiland, leven voor God
Ik vertrouw op God, mijn Redder
De Enige die mij nooit teleurstelt
Hij stelt mij nooit teleur
Ik vertrouw op God, mijn Redder
De Enige die mij nooit teleurstelt
Hij zal mij nooit teleurstellen.
Hij stelt mij nooit teleur
En Hij zal nu niet stoppen.
Ik zing een lied.
Ik zocht de Heer, Hij hoorde en antwoordde mij.
Ik zocht de Heer, Hij hoorde en antwoordde mij.
Ik zocht de Heer, Hij hoorde en antwoordde mij.
Daarom vertrouw ik Hem, daarom vertrouw ik Hem.
Ik zocht de Heer, Hij hoorde en antwoordde mij.
Ik zocht de Heer, Hij hoorde en antwoordde mij.
Ik zocht de Heer, Hij hoorde en antwoordde mij.
Daarom vertrouw ik Hem, daarom vertrouw ik Hem.
Ik zocht de Heer, Hij hoorde en antwoordde mij.
Ik zocht de Heer en Hij verloste mij
Daarom vertrouw ik Hem, daarom vertrouw ik Hem.
Ik zocht de Heer, Hij hoorde en antwoordde mij.
Ik zocht de Heer, Hij hoorde en antwoordde mij.
Ik zocht de Heer, Hij hoorde en antwoordde mij.
Daarom vertrouw ik Hem, daarom vertrouw ik Hem.
Hij is nooit te laat, altijd op tijd, Hij is altijd op tijd
Ik vertrouw op God, mijn Redder
De Enige die mij nooit teleurstelt
Hij zal mij nooit teleurstellen
Ik vertrouw op God, mijn Redder
De Enige die mij nooit teleurstelt
Hij zal mij nooit teleurstellen
-Wij prijzen U vandaag.
Proclamatie door Bobby Schuller
Sta op, dan zeggen wij samen dit credo, zoals wij elke week doen. Wij bereiden ons hart voor op het Woord van God. Eén Woord van God kan je hele leven veranderen. Houd je handen zo. En zeg met mij: Dank U voor het kruis, Heer. Ik ben niet wat ik doe of wat ik heb. Ik ben niet wat mensen over mij zeggen. Ik ben Gods geliefde kind. Dat is wie ik ben. Dat kan niemand mij afnemen. Ik hoef mij geen zorgen te maken of te haasten. Ik mag vertrouwen op mijn vriend Jezus en zijn liefde delen met mijn naaste. -Dank jullie wel.
Preek – Zie je reuzen op je weg?
door Bobby Schuller
“Waar de Geest van de Heer is…” Wat zegt de Bijbel? Daar is wat? Vrijheid. Velen van ons verlangen naar vrijheid. Als je op kantoor zit of iets doet wat je niet leuk vindt en je begint te dagdromen over waar je op vakantie heen zou gaan als je kon en het bedrag dat je daaraan zou willen uitgeven wordt steeds hoger en je wilt je creditcardmaatschappij bellen voor een limietverhoging dan is dat wat je voelt, een verlangen naar vrijheid. Ja, hè? Wij verlangen ernaar om vrij te zijn. Vrij. En hoewel ik van vakanties hou en Hawaii kan aanbevelen, krijg je echte blijvende vrijheid alleen door de aanwezigheid van de Heer. Als je in de aanwezigheid van de Heer bent, kun je vastzitten in een cel en je toch vrij voelen. En dit is wat ik deze kerk wil duidelijk maken. Waar de Geest van de Heer is, zul je vrijheid vinden. Als ik maar kan komen waar de Heilige Geest wil dat ik ben. Als ik kan doen wat de Heilige Geest wil dat ik doe, zal er geen gebrek zijn, zal er overvloed zijn, zal er vrijheid zijn. Amen? Dat geloof ik. En om te zijn waar de Geest van de Heer is, heb je een radar nodig voor de Geest van de Heer, denk ik. Een kompas voor de Geest van de Heer. En dat hebben wij. Het is onze vernieuwde geest, ons vernieuwde denken. Wij moeten ons door Geest laten leiden. Om te weten waar de Geest is, moeten we door de Geest geleid worden. De Bijbel zegt: Vertrouw op de Heer met heel je hart. Zo kennen wij de richting van de Heer. Als wij op de Heer vertrouwen met ons hart, onze geest en ons verstand. Amen? Eén manier om te doen wat de Bijbel zegt is: ononderbroken bidden. Bidden is in contact zijn met God en naar Hem luisteren. Het is nadenken over God. Het is geleid worden door God. Velen van ons laten zich leiden door andere dingen. Doodvermoeiend. Het is doodvermoeiend om te worden geleid door schuld, door mensen, door redeneren in plaats van je hart, door emoties, door behoeften. Zeg het gerust: doodvermoeiend. Maar dit is wat je energie geeft: Geleid worden door de Geest door ononderbroken bidden. Ja, hè? Ononderbroken bidden. Ononderbroken bidden is een voortdurend vragen. Voortdurend in relatie zijn met de Heer. En telkens wanneer je een vleugje bezorgdheid of angst of stress voelt zoek je eerst zijn koninkrijk, niet een andere oplossing. Je zegt: Oké, God, begrepen. Wat vindt U? Wat moet ik doen? Je haalt diep adem. Hoe lang? Hooguit dertig seconden? En ik zeg je, vriend, dat is echte vrijheid, dat is overwinning. Als ik als voorganger met een crisis of een gekwetst mens te maken krijg heb ik geen oplossing, maar de Heer wel. Als ik met iets moeilijks word geconfronteerd denk ik vaak terwijl de ander praat: ‘Heer, geef mij een bemoedigend woord voor hem of haar. Zeg wat ik moet zeggen.’ Als ik dat doe, werkt het. Als ik dat niet doe, werkt het niet. Kunnen wij dat met alle dingen doen? Kerk, kunnen wij dat met alle dingen doen? Dat kunnen wij. Om zo iemand te zijn, moet je een luisterend rustig en niet-bemoeizuchtig hart hebben. Je moet willen luisteren. Als je dat doet, is er vrijheid en overwinning. Want waar de Geest van de Heer is, is vrijheid. Amen? Sla je Bijbel open bij Numeri 13. Ik heb een ommetje gepland dus je blijft even bij dit hoofdstuk. Numeri 13. Dit verhaal gaat over de twaalf verspieders.
De Israëlieten staan op het punt het land Kanaän in te nemen en de naam te veranderen in Israël. Maar er staat hen een strijd te wachten. Voordat ze ten strijde trekken, sturen ze twaalf verspieders om het land te verkennen. De verspieders zijn 40 dagen weg en als ze terugkomen, luidt hun verslag: Wauw. Ze hebben een tros druiven die zo groot is dat twee mannen hem aan een stok moeten dragen alleen maar om te laten zien hoe weelderig levendig en vruchtbaar dit land is. Het is een land dat overvloeit van melk en honing. Alles wat God heeft beloofd. Het is vol met vee en brood en leven en het is prachtig, en ze willen het. Ze zien het als hun thuis. Maar dan komt er een groot woord. Tien van de verspieders zeggen: ‘Maar…’ Dus hebben wij een negatief verslag, een slecht verslag van de tien en een getrouw verslag van de twee. Voordat wij dit gaan lezen, even dit: Nadat de Israëlieten dit verslag hebben ontvangen dreigen ze een van de grootste fouten in de geschiedenis te maken. Toen ze Egypte verlieten… Hou maar even die Bijbeltekst vast; dit duurt even. Toen ze Egypte verlieten vertrokken ze met bakken vol goud en zilver en mooie kleding. Dit was geen confectiekleding. Dit was Ralph Lauren. Dit was maatwerk, de haute couture van Egypte. Ze vertrokken met kuddes en veestapels. En goede kuddes, goede veestapels. Vette koeien en geiten en schapen. Ze vertrokken met al die buit, al die spullen. En God zegt tegen hen: Mijn kinderen, dit is nog maar het begin van wat ik voor jullie in petto heb. Hij zegt tegen hen: Ik heb bronnen vol vers water die jullie nog niet hebben aangeboord. Ik heb wijngaarden en boomgaarden voor jullie die jullie niet hebben geplant. Ik heb huizen voor jullie die jullie niet hebben gebouwd. Ik heb vee en kuddes voor jullie die jullie niet hebben grootgebracht. Het wacht allemaal op jullie. Pak wat je pakken kunt. En als ze op weg gaan en dat vergt ongeveer een jaar. Moet je horen welke wonderen ze in één jaar hebben gezien. Enkele van de grootste wonderen in de Bijbel. Ze zagen de tien plagen die hun vijanden, de Egyptenaren, troffen. Ze zagen hoe het bloed aan de deurposten hen beschermde tegen de vernietiger terwijl alle anderen niet beschermd waren. Ze zagen hoe de Rode Zee zich als twee gigantische muren splitste en ze liepen ertussendoor. En toen zagen ze hoe diezelfde muren het grootste en machtigste leger ter wereld, het Egyptische leger, bedolven. Toen ze op de berg Sinaï waren en God met hen sprak, keken ze omhoog en zagen ze donder en bliksem en hoorden trompetgeschal uit de hemel. Ze zagen de vinger van God de Tien Geboden op een stenen tafel schrijven. Ze streden tegen de Amalekieten en ze wonnen. Dat was die slag waarbij Mozes met zijn handen omlaag en omhoog stond. Wat nog meer? O ja. En ook nu, nu ze aan de grens van Kanaän staan worden ze elke dag geleid door een wolk overdag en een vuur ‘s nachts. En er valt manna uit de hemel. En in de Psalmen staat dat geen van hen zwak was. Volgens de overlevering herstelde het manna hen terwijl ze het aten. Dus niemand van hen werd oud, niemand van hen was zwak. Is dat een wonder? Dat is allemaal gebeurd. Weet je wat een vuur bij nacht betekent? Dat is een vuurtornado. Ze werden letterlijk overal waar ze gingen, geleid door een vuurtornado. Numeri 13. De twaalf verspieders zijn naar Kanaän gegaan. Ze vinden het geweldig. Melk, honing, druiven… Alles. Het is ongelooflijk. Tien geven een slecht verslag, twee geven een goed verslag. Wij lezen vers 26. “Zij gingen op weg en kwamen bij Mozes en bij Aäron en bij heel de gemeenschap van de Israëlieten, in de woestijn Paran, bij Kades. En zij brachten aan hen en heel de gemeenschap verslag uit en toonden hun de vruchten van het land. Zij vertelden het Mozes en zeiden: Wij zijn in dat land gekomen waarheen u ons gestuurd hebt en werkelijk, het vloeit over van melk en honing en dit is zijn vrucht.” En waren ze daar maar gestopt. Hadden ze vanaf dat moment maar hun mond gehouden. Ja toch? Gewoon ophouden. Maar helaas is er dat slechte, ongelovige woord: ‘Maar’. Velen van ons zeggen: ‘Ik vertrouw op God, ik weet dat God goed is, ik ken de Bijbel. Maar…’ “Maar het volk dat in dat land woont, is sterk.” Is dat zo? Is dat volk daar sterk? Ja, hè? “En de steden zijn versterkt.” Is dat waar? Was Jericho versterkt? Zeker. “En ze zijn heel groot. Ook hebben wij daar nakomelingen van Enak gezien. In het Zuiderland woont Amalek. de Hethieten, Jebusieten en Amorieten wonen in het hele land.” Terwijl ze praten, neemt de angst toe en de mensen zeggen: ‘Er zijn reuzen’, en ‘aan de zee en aan de Jordaan wonen de Kanaänieten.’ Toen zei Kaleb: ‘Zo is het welletjes.’ Kaleb, de generaal, zegt stop. Hij ziet wat er gebeurt. Hij ziet dat er vermoeidheid over hen komt. “Toen bracht Kaleb het volk tegenover Mozes tot bedaren, en zei: Laten wij vrijmoedig optrekken, wij zullen het land in bezit nemen want wij zullen het zeker overmeesteren.” Zeg het maar: een man van geloof. Hij gelooft in God. “Maar de mannen die met hem opgetrokken waren, zeiden: Wij kunnen tegen dat volk niet optrekken, want het is sterker dan wij.”
Is het waar dat ze sterker zijn dan de Israëlieten? In zekere zin wel. Zijn ze sterker dan God? Ze hebben een vuurtornado. Die is er terwijl ze praten. Hij is letterlijk daar. ‘s Nachts is het vuur er, en als het dag is, is er een soort wolk. “En zij lieten een kwaad gerucht uitgaan bij de Israëlieten.” Luister, alles wat ze zeiden was waar. Waren er reuzen in het land? Ja of nee? Waren er ommuurde steden? Ja of nee? Waren ze machtig? Ja of nee? Toch is het een slecht verslag. “Zij lieten een kwaad gerucht uitgaan over het land dat zij verkend hadden: Het land waar wij doorgetrokken zijn…” Nu worden het leugens. “Het land waar wij doorgetrokken zijn, is een land dat zijn inwoners verslindt. Heel het volk dat wij daar gezien hebben, bestaat uit mannen van grote lengte. Wij zagen de nakomelingen van Enak.” Dat zijn reusachtige soldaten. Wij waren in onze eigen ogen als sprinkhanen en zo waren wij ook in hun ogen.” De angst neemt toe. “Toen begon heel de gemeenschap luid te weeklagen en te jammeren.” Maar er is helemaal niets ergs gebeurd. Er is niks gebeurd en maar huilen en jammeren. “Al de Israëlieten morden tegen Mozes en Aäron. Heel de gemeenschap zei tegen hen: Waren wij maar in het land Egypte gestorven.” Dit is wat angst doet, nietwaar? Zie je wat angst doet? Zie je hoe angst zich verspreidt als de griep? Waar was ik? Ik liet mij even te veel gaan. O ja. “Waren wij maar in Egypte of in de woestijn gestorven. Waarom brengt de HEERE ons naar dit land, zodat wij door het zwaard vallen? Brengt de Heer hen daar om door het zwaard te vallen? Nee, om hen de overwinning te brengen. “Onze vrouwen en onze kinderen worden tot prooi.” Worden de vrouwen en kinderen tot prooi? Nee. “Zou het niet beter voor ons zijn naar Egypte terug te keren? En ze zeiden tegen elkaar: Laten wij een hoofd aanstellen en naar Egypte terugkeren.” Het Hebreeuwse woord voor kwaadsprekerij is dibbah. Het wordt meestal vertaald als ‘laster’. In de concordantie staat erbij: Dit is een zwaar woord. Het is een ernstige beschuldiging in het Oude Testament. Dibbah wordt elders gebruikt voor laster en valse beschuldigingen. Het is nooit neutraal. Het is een schadelijk, niet alleen een negatief bericht. Het kwam rechtstreeks uit de mond van satan, ook al was het allemaal waar. Het is interessant als je erover nadenkt in het leven. Er waren twee miljoen Israëlieten die Gods volk waren en ze vonden allemaal dat ze er niet heen moesten gaan. Op twee na. Hoevelen van die twee miljoen gingen er ten slotte het Beloofde Land binnen? Hoeveel van de twee miljoen? Twee. Weet je hun namen nog? Kaleb en Jozua. De twee mannen van geloof, de twee verspieders. Alle anderen werden begraven in de woestijn. Alle anderen. En hier komt het gekke. Ik denk dat de reden dat de Israëlieten in de Sinaï moesten wachten was omdat het nieuws over de vernietiging van het Egyptische rijk door dit machtige volk, de Israëlieten, Kanaän moest bereiken. Dat is zo gegaan want toen Jozua veertig jaar later binnenviel, waren ze nog steeds doodsbang. Balak, de koning van Moab, zegt: ‘Dit volk verslindt volken zoals een os het gras verslindt.’ Als de Israëlieten meteen waren binnengetrokken hadden ze geen enkele strijd hoeven leveren. De Kanaänieten waren doodsbang. De Kanaänieten waren bezorgd. God had de weg bereid, de deur stond wijd open, het zou gemakkelijk zijn geweest maar ze gaven toe aan angst en vanwege hun angst en hun gebrek aan geloof en omdat ze God niet geloofden, geloofden ze wat ze zagen. Ze geloofden God niet. Ze geloofden wat ze zagen. Ze geloofden niet wat God zei. Ze geloofden wat ze zagen en ze brachten daar verslag van uit en men stemde daarmee in. Ze stierven in de woestijn. En ze zeiden: Wij willen terug naar Egypte. God zei: Ik ga naar Kanaän. Mijn Geest gaat naar Kanaän. Ga mee. En zij zeiden: Nee, wij willen terug naar Egypte, en God zei: uw wil geschiede. Klopt dat? ‘Uw wil geschiede.’ Dat zal Hij ook tegen ons zeggen. Heer, wij willen tegen U zeggen: Uw wil geschiede in ons leven. Uw wil. Waar de Geest van de Heer is, daar willen wij zijn, zelfs als er reuzen zijn. Amen? Daar willen wij zijn, zelfs als er versterkte steden zijn waar pijlen vandaan komen. Heer, wij willen gaan waar U wilt dat wij gaan. De Israëlieten waren rijk, zij waren vrij, zij hadden land en alles en goud en geld en kleding en met al die rijkdom brachten zij de rest van de veertig jaar van hun leven door met kringetjes lopen. Zeer veilige, zeer rustige kringetjes, veertig jaar lang. Kijk, zo. Rijk. Gekleed in de mooiste kleding, met geld zat. Veertig jaar lang in kringetjes lopend totdat ze in het zand begraven werden. Dat is niet de Geest van de Heer. De Geest van de Heer is melk en honing. Amen? Maar er zijn reuzen en je moet op Hem vertrouwen. Alle mensen van God zeggen amen.
Gebed
Sta op met mij. Dank U, Heer. Waar U ook bent, daar is vrijheid, daar is overvloed, daar is leven. Wij willen zijn waar U bent, God. Ik bid, Vader, dat iedereen die hier aanwezig is een nieuwe, frisse leiding van de Geest mag ontvangen. Dat wij, als wij vertrekken, geen enkele beslissing nemen zonder ons hart op U te richten. Wij willen geleid worden door ons hart en niet door ons eigen begrip. Geleid door de Geest, geleid door ons geweten. We vragen U om te spreken. Wij luisteren. Waar U bent, is alles wat we nodig hebben en meer. Daar is overwinning. Wij houden van U. Dit bidden wij in Jezus’ naam, en Gods volk zei: amen.
Koorzang – Trust in God
Ik vertrouw op God, mijn Redder
De Enige die mij nooit teleurstelt
Hij stelt mij nooit teleur
Ik vertrouw op God, mijn Redder
De Enige die mij nooit teleurstelt
Hij stelt mij nooit teleur
Hij heeft mij nooit teleurgesteld
En daar zal Hij niet mee stoppen
Zegen
De Here zegene u en behoede u. De Here doe zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig.
De Here verheffe zijn aangezicht over u en geve u vrede.
In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Amen.
Zie je reuzen op je weg?
Alle uitzendingen
Televisie
Iedere zondag wordt een nieuwe televisiekerkdienst van Hour of Power opgenomen in Shepherd’s Grove. Bekijk via onderstaande link de uitzendingen van de afgelopen maanden. Via de uitzendingen brengen we de boodschap van Jezus op een laagdrempelige en eigentijdse manier. Met veel aandacht voor muziek en een overdenking die raakt. In de Nederlandse uitzending interviewt presentator Jan van den Bosch elke week een Nederlandse gast over zijn of haar geloof.
Naar de uitzendingen