Tessa van Olst: ‘Ik worstelde met depressie’

Ruim elf jaar worstelt Tessa van Olst met depressie. Als ze geen perspectief meer ziet, overweegt ze het uit het leven te stappen. Dankzij een bijzondere ontmoeting met God verandert haar leven voorgoed. Nu moedigt ze anderen aan die zich in een vergelijkbare situatie bevinden niet op te geven.
Tessa van Olst spreekt vrijmoedig over haar geloof en moedigt ook anderen aan om dat te doen. Het feit dat ze in God gelooft, mag extra bijzonder heten, aangezien ze als kind in een niet-gelovig gezin opgroeit. Tóch heeft ze naar eigen zeggen op jonge leeftijd al iets met God en geloof. ‘Soms weet ik eigenlijk niet zo goed wanneer dat begonnen is. Er is niet een heel specifiek moment geweest waarvan ik denk: oh, toen was God er ineens. Maar ik was me al heel jong heel bewust van God, van Jezus. Zoals mijn ouders het heel vaak zeiden: heel veel vriendjes en vriendinnetjes hadden een imaginary friend, maar Tessa had Jezus. Ik sprak en bad met Jezus.’
Wat vonden je ouders ervan?
‘Mijn ouders vonden mij niet gek, maar heel veel mensen vonden mij wel een beetje vreemd’, reageert ze. ‘Mijn ouders dachten wel: Wat moeten we hiermee en hoe kunnen we hiermee omgaan?’ Ze hadden ergens echt wel dat bewustzijn van God, maar een levendige relatie met Hem kenden zij niet. Die hartsrelatie die ik in hun ogen wel met God had en wat ze ook mooi vonden, maar waarvan ze ook niet altijd wisten hoe ze ermee om moesten gaan.’
Waarom kreeg je toch een depressie?
‘Ik was zestien toen ik een depressie kreeg. Daar lag op dat moment onder meer seksueel misbruik aan ten grondslag. Het is in die zin niet moeilijk om erover te spreken, want ik ben er doorheen gegaan. Ik blijf er altijd wel een beetje discreet over, want je praat ook altijd over een situatie waar andere mensen bij betrokken zijn. Ik was vrij jong toen dat misging. Als je jong bent, weet je ook niet zo goed hoe je daarnaar moeten kijken. Maar achteraf had het veel meer impact dan ik toen wist. Ik heb dat in mijn jonge leven ook verdrongen, omdat ik wist niet hoe ik ermee om moest gaan.’
Hoe groot was de impact?
‘Toen ik fysiotherapie ging studeren, werd er heel veel getriggerd bij me. Het is namelijk een heel fysiek vak. Mijn depressie ontwikkelde zich en ik wilde uit het leven stappen. Dat was heel heftig. Wat ik daarbij heel vaak zeg, en dat schrijf ik ook in mijn boek ‘Depressie Ontwapend’ is dat mensen vaak niet dood willen, maar geen uitweg meer zien in het leven door de pijn die ze voelen. Ze kunnen daar op een gegeven moment geen weg meer in vinden. Dat had ik ook. Ik dacht dat de wereld zonder mij beter af was. Ik voelde mij een last voor mijn vrienden en ouders. Ik kon niet met mijn gevoelens overweg. Ik zag de zin van het leven niet meer, ik ervoer geen vreugde meer en ik zag geen uitweg. Mensen zeiden heel vaak tegen mij: ga dan leuke dingen doen! Ik dacht: ik weet wat je bedoelt maar ik kan het niet meer voelen. Je bent zo ver van dat gevoel verwijderd dat je niet meer weet hoe je daar moet komen. En dat is eigenlijk wat depressie doet, het is heel dood.’
Waar was God op die momenten?
‘God was er altijd bij. Ik heb Hem altijd ervaren. Ik krijg vaak de vraag hoe God het kan toelaten. Ik geloof dat we in een gevallen wereld leven en de Bijbel is er ook heel duidelijk over dat we een vijand hebben. We hebben een vijand die rondgaat om te roven, te slachten en te vernietigen. Ik geloof dat die vijand niets anders wil om alles wat God tot leven heeft gebracht, en waar Hij een doel mee heeft, kapot te maken. Ik geloof dat ik daarmee te maken heb gehad en dat we daar allemaal mee te maken hebben. Als je de waarheid, de liefde en het leven met God niet goed kent, dan heb je ook heel weinig weerbaarheid om te vechten tegen dat we de vijand naar ons toegooit.’