Home Kijk & Lees Opperrabbijn Jacobs over jodendom en christendom

Opperrabbijn Jacobs over jodendom en christendom

'Ik hoop dat de Messias spoedig zal komen. Of Hij er al was of dat Hij voor een tweede keer komt, is niet zo belangrijk.' Opperrabbijn Jacobs was afgelopen zondag te gast bij Hour of Power en besprak daar de verschillen en overeenkomsten tussen het jodendom en het christendom.

Rechtstreeks naar het interview

Opperrabbijn Jacobs begint met het uitleggen van de diepere betekenis van het Joodse Chanoekafeest, dat afgelopen zondag begon. ‘Het Joodse volk werd onderdrukt en mocht geen tempeldienst uitvoeren. Er kwam een oorlog en een klein groepje Makkabeeërs versloeg het gigantische Griekse leger. Ze gingen hun tempel in die verontreinigd was en probeerden de zevenarmige Menora aan te steken. Er was slechts één kruikje kosjere olie over. Het wonder was dat dit ene kruikje acht dagen bleek te voldoen. Ter herinnering daaraan is het Chanoeka ontstaan. De diepere betekenis van het feest is dat de Grieken destijds geen antisemieten waren, ze hadden niks tegen Joden. Ze bestudeerden zelfs de Bijbel alleen moesten ze niets van God hebben. Het was een strijd tegen wat we vandaag de dag secularisatie noemen.’

Wet

Een rabbijn is een jurist in het Joodse recht legt de opperrabbijn uit. ‘Je kan daar alle kanten mee op. Je kan professor worden of een gemeenteambtenaar worden. Een opperrabbijn wordt gekozen en geeft leiding aan andere rabbijnen. Dat betekent dat als een andere rabbijn er niet uit komt, of er is een bepaalde problematiek, dan word ik er bij gehaald. Daarnaast heb ik een goed netwerk en kan ik voor de Joodse gemeenschap, en voor Israël in de breedste zin, iets betekenen.’

Last of een lust

Voor zijn eigen omgang met de wet maakt opperrabbijn Jacobs graag gebruik van een anekdote. ‘Er is een wedstrijd tussen twee sterke stoere kerels, mannen zoals ik. Ze moeten al klimmend een berg op en hun zakken vullen met keien die ze onderweg tegenkomen. Na een uur geeft de eerste het op, gebukt door de last die hij draagt. De ander loopt vrolijk fluitend keien te verzamelen. Wat is het verschil? Beiden hebben evenveel keien in hun zak en zijn even sterk. Het antwoord is dat de eerste denkt dat de keien die hij in zijn zak stopt stomme stukken steen zijn. De tweede ziet ze als diamanten. Hoe meer hij ervan in zijn zak stopt, hoe lichter die zak aanvoelt. Als je de geboden en verboden beschouwt als een last dan ga je eronder gebukt. Als je weet dat het opdrachten zijn die God ons gegeven heeft dan ben je blij dat je ze mag vervullen. Het hangt er dus vanaf hoe je er tegenaan kijkt. Zie ik ze als een last of een lust?’

Messias

Christenen en Joden hebben veel met elkaar gemeen, vertelt Jacobs. ‘Ik heb in de loop van de tijd hechte en diepe vriendschappen gekregen met christenen. Het is allemaal niet zo zwartwit in de christelijke kerk, zoals dat ook in de Joodse gemeenschap niet het geval is. We hebben niet de opdracht om mensen te bekeren tot het Jodendom maar wel om de nieuwe godsdienst genaamd secularisatie te bestrijden. Wat dat betreft hebben we denk ik veel gemeen en moeten we ook samen die strijd strijden. Veel christelijke scholen zijn dat alleen nog in naam. Daar is de secularisatie al binnengedrongen.’

Shalom

Tot slot vraagt presentator Jan van den Bosch of opperrabbijn Jacobs nog ergens van droomt. ‘Ik droom vrij weinig. Ik hoop dat de Messias spoedig zal komen. Of Hij er nu al was of dat Hij een tweede keer komt vind ik niet zo belangrijk. De komst van de Messias betekent ‘shalom’, vrede. Vrede betekent niet dat er geen oorlog is. Maar het betekent dat mensen vrede met zichzelf hebben, de eeuwige erkennen en helemaal niet meer denken aan dingen die onzin zijn. In die richting droom ik.’

Wil jij een optimale website? Dan hebben we wat cookies van je nodig. Pas mijn voorkeuren aan