Jan Pool: ‘Als ik morgen mijn ogen sluit, weet ik waar ik heen ga’

'Jezus was een gewoon mens, totdat Hij vervuld werd met de Heilige Geest.' Met die krachtige zin maakt spreker en schrijver Jan Pool bij Hour of Power duidelijk waarom Pinksteren voor hem het hart van het christelijk geloof raakt. Maar diezelfde Geest, zegt hij, draagt hem ook – nu hij zelf door een diep dal gaat sinds de diagnose kanker. In een openhartig gesprek spreekt hij over zijn strijd, zijn geloof, en over de bovennatuurlijke vrede die zijn angst verdreef.
Volgens Jan Pool begint alles bij de Heilige Geest. ‘Toen God de schepping maakte, gaf Hij de mens autoriteit op aarde. Maar door de zondeval kwam het rijk van de duisternis. Jezus kwam om dat koninkrijk terug te brengen – maar ook Hij kon dat niet in eigen kracht doen. Hij was mens, net als wij. Pas toen Hij werd vervuld met de Heilige Geest, begon Hij het Koninkrijk te proclameren én te demonstreren. En dat patroon geldt ook voor ons. De discipelen mochten pas na de uitstorting van de Heilige Geest aan de slag. Dat geldt nog steeds. We kunnen geen vrucht voortbrengen zonder de Geest. Hij is het die ons leidt, die ons helpt om op Jezus te gaan lijken.’
Intiem en krachtig
‘De Heilige Geest is niet vaag of afstandelijk is, maar een persoon met wie je een diepe relatie kunt hebben. Paulus schrijft over ‘de gemeenschap van de Heilige Geest’. Dat woord gemeenschap, koinonia, betekent een intieme relatie én samenwerking. Het leven delen. Dat raakt me. Hij wil met ons optrekken. Hij spreekt, Hij stuurt, Hij wijst. Ik ervaar dat zelf ook zo. Als ik bid, richt ik me tot de Vader. Als ik met mensen in gesprek ben, vraag ik de Heilige Geest: stuur me, leid me. En ik geloof dat Hij dat ook echt doet. Ik heb het zo vaak gezien. In Handelingen 15 was er een groot conflict over de vraag of heidenen de Joodse wetten moesten houden. Dan zegt Jacobus: “Het heeft de Heilige Geest en ons goed gedacht om het volgende besluit te nemen.” Dat vind ik zo mooi: samenwerking. De Heilige Geest wil partneren met ons. In relaties, in keuzes, in bediening.’
'Ik heb gelijk mijn vrouw gebeld. We vielen elkaar in de armen en hebben gehuild'
Onverwachte diagnose
Dat vertrouwen werd zwaar op de proef gesteld toen Jan Pool hoorde dat hij kanker heeft. ‘Maandenlang had ik afschuwelijke rugpijn. Ze dachten aan een hernia. Maar de orthopeed belde onverwachts op: “Meneer Pool, ik heb heel slecht nieuws. U heeft uitzaaiingen van kanker in uw wervel.” Dat nieuws sloeg in als een bom. Ik heb gelijk mijn vrouw gebeld. We vielen elkaar in de armen en hebben gehuild. De eerste dagen waren vol angst. Ja, ik ben ook maar een mens. In de Psalmen lees je hoe vaak David bang was. Angst hoort er ook bij. De onzekerheid was groot. Met uitzaaiingen denk je aan maanden. Uiteindelijk bleek het de ziekte van Kahler te zijn. Ongeneeslijk, maar met behandelingen kan het leven worden verlengd. Ze zeggen: gemiddeld 7 tot 10 jaar. Maar het blijft onzeker.’
Bovennatuurlijke vrede
‘Juist in die verwarring gebeurde er iets bijzonders. Na een paar dagen van angst en verdriet na de diagnose kanker, kwam er zonder dat ik erom had gebeden een onbeschrijfelijke vrede in mijn hart. Een rust die ik niet zelf kon opbrengen. Mensen die me kennen weten dat ik snel bezorgd ben. Maar nu kon ik zeggen: Heer, ik vertrouw U. Het is goed. Die vrede is gebleven. Ik heb nog steeds slechte dagen. Dan zeggen mensen: ‘Je ziet er goed uit’, maar dat komt door de prednison. Er zijn dagen dat ik te moe ben om zelfs maar naar het toilet te lopen. Maar er zijn ook momenten van intense vreugde. Ik geniet meer dan ooit van mijn vrouw, mijn kinderen, mijn kleinkinderen.’
Mijn vrouw legt me elke dag de handen op. En ja, ik geloof dat God nog steeds geneest.
Hoop en overgave
‘Ik deel mijn proces ook via sociale media. Niet om te zeggen: kijk mij eens hoe ik met kanker omga, maar om mensen te laten zien dat geloof niet betekent dat je nooit bang bent. Het gaat erom wat je met die angst doet. Ik breng het bij God. Mijn vrouw legt me elke dag de handen op. En ja, ik geloof dat God nog steeds geneest. Als het gebeurt, geweldig. Als het niet gebeurt, is het ook goed. Er zijn drie opties: of ik word bovennatuurlijk genezen, of via de medische wetenschap, of God haalt me thuis. Ik wil heel graag blijven – maar ik weet ook waar ik heen ga.Wat het zwaar maakt, is het idee om mijn dierbaren achter te laten. Ik weet dat het goed is, dat ik naar God ga. Maar ik laat een gezin achter, mensen die verdriet hebben. Daar heb ik veel om gehuild. Het idee om mijn vrouw, kinderen en kleinkinderen te moeten loslaten, is bijna ondraaglijk. Maar ik geniet nu intenser dan ooit. Van vriendschappen, mijn huwelijk, de kleine dingen van het leven. Dit is een periode waarin alle gevoelens naast elkaar bestaan: verdriet, verwarring, vreugde en hoop. En alles onder de deken van Gods nabijheid.’
Zolang ik hier ben, wil ik blijven zaaien, spreken, bemoedigen
Leven vanuit bestemming
‘Voor mijn bekering was ik aanhanger van het existentialisme. Ik vond het leven zinloos, wilde zelfs geen kinderen. Maar toen ik tot geloof kwam, besefte ik ineens: ik ben hier met een doel. Vanaf dat moment stond mijn leven in dienst van God. Ik heb duizenden keren gesproken, boeken geschreven, mensen begeleid. En steeds opnieuw mocht ik ervaren: het is de Heilige Geest die werkt. Ik ben een vader, een kompas. Mensen vertrouwen me, openen hun hart. Dat is een gave, maar ook genade. Als ik morgen mijn ogen sluit, weet ik waar ik heen ga. Maar zolang ik hier ben, wil ik blijven zaaien, spreken, bemoedigen. En leven vanuit dat diepe besef: de Geest woont in mij.’