Geloofsgesprek met de Theoloog des Vaderlands

Rechtstreeks naar het interview

Het geloofsgesprek met Almatine Leene begint  met haar fascinatie voor de opstanding van Jezus Christus. De Theoloog des Vaderlands vertelt: ‘De wereldgeschiedenis is veranderd door de opstanding van Jezus. Daardoor is er niet alleen hoop na dit leven maar ook nu, voor elke dag mag dat iets betekenen. Ik heb ooit een preek gehouden met de titel: ‘Ben jij al opgestaan?’. Wat betekent Jezus’ opstanding vandaag voor ons? Alles wat de dood tot gevolg heeft, verschillende soorten onrecht, daar mogen we tegen opstaan.’

Juist in deze tijden kan het lastig zijn om de boodschap van hoop en opstanding aan te horen. De predikant legt uit: ‘Het zijn geen leuke omstandigheden, het is niet zo dat als je gelooft alles fantastisch en goed is. Maar de hoop die Jezus geeft, kan alles vervullen. De dood is overwonnen en corona heeft dus niet het laatste woord. Dat mag je hoop geven, ook al ben je moe en depressief. Ik heb dat zelf ook mogen ervaren, jaren geleden toen ik ook behoorlijk depressief was, dat ik buiten wandelde en opeens een glimlach op mijn gezicht kreeg en dacht: dit kan helemaal niet. Maar dat is dan een vrede die God geeft die alle verstand te boven gaat. Dat gun ik iedereen.’

Hour of Power richt zich al 22 jaar lang op mensen die teleurgesteld zijn geraakt in de kerk, God of in religie. Heeft de Theoloog des Vaderlands ook een specifieke boodschap voor hen? ‘Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen religie en God. Je moet dat niet op een lijn stellen. Ik snap het wel als je teleurgesteld bent geraakt in de kerk. Maar God is er nog steeds voor je, dus blijf God dan zoeken. Ik denk dat de kern van God liefde is.’

Almatine is heel dankbaar dat ze verkozen is tot Theoloog des Vaderlands. Presentator Jan van den Bosch vraagt zich af hoe ze dit allemaal doet met drie kinderen en een drukke man. ‘Nee, ik heb geen drukke man. Daar zit het geheim denk ik, die is lekker fulltime thuis. Hij moet het vooral op zijn manier doen. Ik ben heel blij dat hij mij ondersteunt. Wat dat betreft denk ik dat we allebei gaven hebben gekregen die we kunnen inzetten. Kinderen opvoeden is een enorm belangrijke taak en is niet per se gekoppeld aan mannelijkheid of vrouwelijkheid. Voor deze baan werkte hij fulltime en nu hebben we dat omgedraaid. Hij heeft gisteren de ramen nog gewassen.’

Dan ontstaat er een mooi moment in het gesprek. Presentator Jan van den Bosch haalt een periode aan waarin vrouwen 200 jaar regeerden over Israël omdat ‘de mannen het toen kennelijk niet aankonden’. Daar gaat de predikant van de Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt vrijwel direct op in. ‘Volgens mij was het niet per se zo dat de vrouwen pas kwamen toen die mannen het lieten afweten. Heel veel leiders en mannen lieten het toen eigenlijk de hele tijd een soort van afweten. Ik vind dat we een beetje moeten oppassen om te zeggen dat vrouwen pas aan het bewind kunnen komen als mannen hun verantwoordelijkheid niet kunnen nemen. Volgens mij staan we daarin naast elkaar en hebben we elkaar daarin nodig. Het is niet de een of de ander maar het samen doen.’

In haar studietijd heeft Almatine een nare ervaring met een oudere predikant. Ze wordt twee keer door hem aangerand. Jarenlang zwijgt ze erover. ‘Tien jaar lang kon ik er met niemand over praten. Je durft het niet. Vanaf het begin denk je dat je er zelf om gevraagd hebt ofzo, je bent bang dat je de schuld ervan krijgt. Je bent jong en de ander heeft gezag. Hoe kun je het bewijzen? Je krijgt dan bijna nog een trauma als je ermee naar buiten komt en mensen zich afvragen of het echt gebeurd is en of het niet jouw fout was.’ Uiteindelijk klaagt Almatine de man 12 jaar later toch aan. ‘Hij erkende alles gelukkig vanaf het begin maar gaf mij wel de schuld. Uiteindelijk heeft hij ook dat losgelaten en daar de hele verantwoordelijkheid voor genomen.’

Tot slot wendt Theoloog des Vaderlands Almatine, aan het einde van het geloofsgesprek, zich tot de kijker met een belangrijke paasboodschap. ‘God is een God van hoop en overvloed. Hij is erbij. Zie om naar anderen en zie uit naar de dag dat Jezus terugkomt.’