Home Kijk & Lees Jannica van Barneveld: de zegen die pijn doet

Jannica van Barneveld: de zegen die pijn doet

Nog geen jaar geleden hing het leven van Jannica van Barneveld (30) aan een zijden draadje. Door een auto-immuunziekte kreeg ze acuut leverfalen en werd ze binnen korte tijd steeds zieker en zieker. Zelfs zó ziek dat ze een donorlever nodig had om te kunnen overleven.

Het ging juist heel goed met mij in die periode’, vertelt Jannica, terwijl ze plaatsneemt op de stoel tegenover me. ‘Ik kwam net uit een burn-out, had weer energie en voelde me lekker in mijn vel. Ik had een nieuwe baan als docent godsdienst, waar ik veel zin in had. Ook zat ik in mijn relatie met God op een ‘mountaintop’. Ik ervaarde Gods geest, was bezig met aanbiddingsmuziek. Ik mocht zelfs met Martin Smith (Brits christelijke zanger, bekend van de groep Delirious, red.) toeren en dacht regelmatig: wat is mijn leven leuk!’

Ziekenhuis

Jannica vervolgt: ‘Ik voelde me al een tijdje niet lekker, maar dacht dat ik een griepje had. Totdat ik me realiseerde; hier klopt iets niet, dit is anders. Mijn buurvrouw wees me erop dat ik geel zag en ik besloot de dokter te bellen. Al snel werd ik doorverwezen naar het ziekenhuis en voelde me inmiddels zó ziek dat ik opgenomen wilde worden. Vanaf dat moment zijn er hele flarden weg uit mijn geheugen. Het werd inmiddels duidelijk dat het om acuut leverfalen ging. Mijn lever kon de afvalstoffen niet meer verwerken, dus mijn lichaam werd langzaam vergiftigd. Ik werd misselijk en afwezig en viel voortdurend weg in een diepe slaap. In de momenten dat ik bijkwam, herkende ik de mensen aan mijn bed wel, maar kon niet meer op hun namen komen. Het moment dat er een professor in de kamer verscheen om me te vertellen dat ik op de lijst kwam te staan voor levertransplantatie, zal ik nooit meer vergeten. Ik schrok enorm. Zijn nieuws kwam heel hard bij me binnen. Had ik echt een orgaan van iemand anders nodig om te kunnen overleven?’

It is well with my soul

De situatie verslechterde en het enige waar ik nog op reageerde, was muziek. Samen met William heb ik, door de telefoon, ‘It is well with my soul’ gezongen. Onder dikke tranen, maar toch met volle overtuiging, wist ik: Ik ben Gods kind. Ik dacht; als het nu gebeurt, dan gebeurt het. Na dat lied ben ik volledig buiten bewustzijn geraakt. Vervolgens kwam ik aan de beademing op de Intensive Care terecht en kreeg een delirium. Een staat van je brein die zorgt voor een hele vertekende realiteit. Ik wist dat de échte realiteit er ook was – mijn familie, mijn dierbaren – maar ik kon ze niet bereiken. Ik probeerde me uit de nachtmerrie te vechten, te worstelen en te schreeuwen. Het was echt alsof ik ergens verstikt was geraakt. Dat waren hele moeilijke, duistere dagen. Ik wist wel dat God er was, maar ik ervaarde Hem niet. Geen engel, geen warm gevoel, geen ‘dit komt allemaal goed’, niks.’

Ik bad voortdurend om rust, maar die kwam niet.

Zangleider Jannica van Barneveld heeft auto-immuunziekte

Immiddels werd er – wonderlijk genoeg – een donorlever gevonden en ben ik geopereerd. Het moest eigenlijk binnen 74 uur gebeuren, en die tijd was al verstreken. Mijn familie en vrienden hadden al die tijd vol geloof voor me gebeden, maar begonnen op dat moment ook de moed te verliezen. Toen ik bijkwam van de operatie, voelde ik me nog steeds angstig. Ik was bang voor de dood en dat was ook een reële angst. Nachten lang heb ik wakker gelegen. Ik bad voortdurend om rust, maar die kwam niet.’

Lijden

Achteraf denk ik dat ik die stilte misschien wel nodig had. Het heeft me naar het hart van God toegetrokken. Maar het is een proces geweest om dat een plek te kunnen geven. Lange tijd vroeg ik me af of God wel betrokken was bij mijn leven. Door naar Hem te blijven uitschreeuwen en door mijn vragen te blijven stellen, begon ik te zien hoe God er wél was. Het lijden is er. Het houdt geen rekening met onze leeftijd, onze gevoelens of gezinssituatie. Het lijden is hard en het leven is hard. En hoewel ik God niet heb ervaren, hebben ándere mensen om me heen juist heel veel van Hem ervaren. Zij ervaarden die rust wél en zagen engelen bij mijn bed staan. Er was zelfs een meisje dat zei; als zij het overleeft, ga ik weer naar de kerk. Misschien heeft de duisternis mij wel omver proberen te halen, maar ik geloof dat God zegt: ik keer het ten goede. Hij komt bij me met het hoofd van de vijand en zegt; dit is je overwinning. Wanneer je volledig niets wordt, en als je je bewust wordt van je afhankelijkheid van God, dan ben je aangewezen op de vraag: Wie of wat is je hoop? Ik kwam tot de conclusie dat God mijn hoop was, en dat bracht Hem dichterbij.’, zegt Jannica.

Zegen

Ik had deze periode heel graag willen overslaan, ook voor mijn dierbaren. Maar achteraf kan zeggen dat het een zegen is geweest. Ik ben me zo bewust geworden van alles wat ik van Hem heb gekregen en van de hoop en het geloof dat ik heb. Ik weet nu dat God goed is, ook al zijn de omstandigheden niet goed. Het had allemaal heel anders kunnen lopen. Ik had de operatie niet kunnen overleven, in coma kunnen raken, gehandicapt kunnen zijn. Corrie ten Boom zei: ‘Als het tot Uw eer is dat ik sterf, laat me dan sterven, maar als het U meer tot eer is dat ik leef, laat me dan leven.’ Dit weekend spreek ik op een conferentie en bovenaan mijn briefje staat: De zegen die pijn doet. Ik ben me er nu bewust van dat ik leef tot eer van God en niet tot eer van mezelf. Eerder zocht ik mijn hoop in ‘balans vinden’, mijn eigen wil volgen of ‘rust vinden in wie ik ben’. Daar zijn heel veel boeken over geschreven. Maar het beantwoord niet de vraag: Waarom besta ik. Durven we die vraag nog te stellen?’

Vertrouwen

Ik geloof dat je mag schreeuwen naar God, dat je mag ‘schieten naar de hemel’. David deed dat ook. Hij zei: ‘Hoelang nog Heer, wanneer houdt het op?’ Het is goed als we ons uiten naar Hem. Dat is ook een teken van vertrouwen omdat het getuigt dat God je enige redding is en dat je gelooft dat alleen Hij je hieruit kan halen. Als we door een periode van lijden gaan, heb je de keuze om bitter of beter te worden. Ren je naar God toe of ren je weg?’

Veranderd

Ten slotte: ‘Ik dacht altijd dat het leven maakbaar was, voor mijn gevoel hoefde ik pas over de dood na te denken als ik 80 ben. Misschien dacht ik stiekem wel dat als ik goed en heilig leef, dicht bij God blijf, dat het met mij wel goed zou gaan. Maar het is niet te regelen, het leven. Het afgelopen jaar heeft mijn leven volledig veranderd. In mijn afhankelijkheid van God geniet ik veel meer, maak me veel minder druk om spullen, hoe ik eruitzie of hoe ik overkom op de buitenwereld. Hij heeft mijn hart en mijn zicht op de wereld veranderd. En Hij gaat er wat mee doen. Wat dat is, maakt me niet uit!’, vertelt Jannica.

Wil jij een optimale website? Dan hebben we wat cookies van je nodig. Pas mijn voorkeuren aan