Arie Zwitser overleefde twee herseninfarcten
Een aantal jaar geleden kreeg Arie Zwitser tot twee keer toe een herseninfarct waardoor zijn leven plots aan een zijden draadje hing. Tijdens die donkerste momenten ervaren zowel Arie als Wilma de nabijheid van God.
Arie en Wilma Zwitser zullen 2 maart 2020 nooit meer vergeten. Het is op deze dag als Arie’s bestaan volledig op zijn kop komt te staan en hij maar liefst twee keer getroffen wordt door een herseninfarct. Arie vertelt wat er die bewuste dag gebeurde. ‘Ik zat in de keuken iets te eten en opeens viel het vorkje uit mijn hand. Dan pak je dat op, maar toen viel hij weer en nadat ik het voor de derde keer van de grond wilde rapen, viel ik zelf voorover op de keukenvloer. Gelukkig kwam onze jongste dochter binnen. Zij vond mij in de keuken en zei: “Pap, wat doe jij hier?” Tja, dat wist ik niet.Gelijk belde ze de ambulance. Onderweg naar het ziekenhuis kreeg ik medicatie die gelukkig aansloeg. Ik weet nog dat toen ik eenmaal in het ziekenhuis was, alle functies weer terugkeerden. Inmiddels was Wilma, en de kinderen, gevraagd om te komen. Wij dachten dat het met een sisser zou aflopen, maar Wilma werd om ‘s avonds om half 12 gebeld en ik was toen al buiten westen. Blijkbaar was er een tweede herseninfarct overheen gekomen en die heeft alles neergemaaid. Ik kon niks meer. Ik kon niet praten, lopen of slikken en ook geen woordjes bedenken. Mensen zien niet dat er ook in mijn tong dingen zijn geraakt. De hele linkerhelft is verlamd geraakt. Het kost mij daarom extra moeite om te spreken’, legt Arie uit. ‘Ik moest alles opnieuw leren: eten, slikken en lopen. Maar ook de emoties zijn geraakt. Dus als er iets niet lukt vanwege de uitval, dan word je ook extra geraakt in de emotie.’
Zijn lot lag in Gods handen
Sportieve man
‘Arie was voor het herseninfarct met name een sportieve en enthousiaste man die zijn werk met veel passie deed’, zegt Wilma. ‘Hij was uitvaartverzorger en dat was hem echt op zijn lijf geschreven. Hij deed dat met veel passie. Daarnaast sportte hij ook graag: hardlopen, schaatsen, skeeleren en motorrijden. Bij al dat sporten hoorde ook een gezond leven. Tot 2 maart was Arie een krachtig persoon. Op het moment in het ziekenhuis leefde ik ook echt in het moment. Wel in het besef dat Arie’s leven zeker na de tweede infarct aan een zijden draadje hing. Maar op dat moment waren in gebed en vroegen we wat God hierin wilde. In de donkerste momenten hebben we ervaren dat God erbij was. Psalm 23 is voor mij zo kostbaar geworden, met name het vierde vers: ‘Ook in het dal van diepe duisternis, bent U bij mij.’ Die persoonlijke relatie die we met God hebben is door alle moeite verdiept. Hij was erbij in de kleinste dingen. Hij kijkt veel verder dan wij als mensen kunnen overzien. Dat geeft wel troost en zekerheid, ondanks dat het ook echt heel moeilijk was. We wisten dat het in Gods handen lag en dat Hij doet wat goed voor ons is. Al is dat best wel eens lastig.’
Dankbaarheid
‘Er werden mij een aantal vragen gesteld’, vertelt Arie. ‘Ben je bang om te sterven?’ Nee, zei ik. Ik voel dat God erbij is. ‘Ben je boos? Nee, ik ben niet boos. Op wie zou ik boos moeten zijn? Het herseninfarct is mij overkomen. Op een gegeven moment merkte ik juist de nabijheid van God. Ik weet nog dat er in het ziekenhuis een verpleegkundige was, een broeder in functie maar ook een broeder in de Heer die vroeg: “Zijn jullie christen?” Zelf was ik op dat moment helemaal buiten westen, maar Wilma en de kinderen waren erbij. Een van de kinderen zei daarop: “God is hier.” Dat was zo’n mooi moment. Je krijgt van boven een engel op je pad die je bemoedigt op een moment dat je er helemaal doorheen zit. En op afstand hoorde ik dat. Prachtig.’ Wilma vervolgt: ‘We hebben veel moeten inleveren door het herseninfarct, maar we zijn gaan leven vanuit dankbaarheid en dat maakt dat je anders in het leven komt te staan.’ Arie herinnert zich nog dat hij de keuze maakte voor dankbaarheid. ‘Wilma zat bij mij en ik zei: “Het is nu klaar. Vanaf vandaag is het glas halfvol.” Dat betekent dat je niet meer gaat zeuren over dingen die je niet meer kunt, maar dat je kiest voor de dingen die je nog wel kunt. Als je die knop omzet, dan zijn er opeens heel veel dingen die je nog wel kunt. Dat is dankbaarheid. Vervolgens had ik een moment dat ik zag: Die dingen die ik nog wel kan, kan ik zelfs nog uitbouwen! Dat is heel mooi en dat doe ik graag.’